Reactie op:
http://www.standaard.be/cnt/dmf20170817_03022769
Ik begrijp niet dat een historicus als Reynebeau geen onderscheid maakt tussen de collaborateur op latere leeftijd en de Verschaeve literator en steunpilaar van de Frontbeweging. Voor dit laatste al verdient hij een straatnaam. En wat de zgn ‘processen’ o.l.v. de krijgsraad in 1945-46 betreft, kent iedereen de sfeer van wraak en vergelding waarin die verliepen. Wie toen de doodstraf of levenslang kreeg, zou er twee jaar nadien met enkele jaren opsluiting vanaf zijn gekomen. Economische collaborateurs vielen zo goed als allemaal uit de boot. Zonder dat ik een fan ben van Leopold II, kan ik niet aannemen dat die man nooit iets goeds zou hebben gedaan. Weeral wordt enkel de Congo-affaire in rekening gebracht. Van een historicus verwacht ik toch wat meer nuance en vooral dat hij niet inspeelt op een plotse hetze gecreëerd door een burgemeester-volksvertegenwoordiger op zoek naar aandacht tijdens de komkommerperiode.
Als Cyriel een straatnaam gekregen heeft in die gemeenten, zal het niet zijn omdat hij op latere leeftijd collaboreerde maar om zijn rol als schrijver en/of zijn betekenis voor de Vlaamse ontvoogding binnen de Frontbeweging.
Wie genuanceerd de historische figuur Verschaeve wil leren kennen, leest best zijn biografie “Kapelaan Verschaeve” door Romain Vanlandschoot verschenen bij Lannoo in 1998 (489 blz).