De oorlog van de frontschilders

IMG_1406In de recent ingerichte panoramazaal van Westfront Nieuwpoort, onder het monument van Albert I aan de IJzersluizen, loopt nog tot juni 2017 een tijdelijke tentoonstelling van werk van de zogenaamde “frontschilders”, dit zijn schilders, in de meeste gevallen oorlogsvrijwilligers of gemobiliseerde soldaten, die tijdens de Eerste Wereldoorlog hebben geschilderd in of in de buurt van Nieuwpoort.

Al vóór de Eerste Wereldoorlog werkten daar een aantal schilders. Gebouwen en taferelen uit dat typisch Vlaams vissersstadje waren toen al een geliefkoosd onderwerp van deze artistes-peintres. Enkelen onder hen zouden als militair hun artistiek werk verderzetten tijdens de vijandelijkheden. Maar hun inspiratie lag nu elders. Nu ging de aandacht naar het veranderd uitzicht van de stad waarvan de gebouwen door het oorlogsgeweld zwaar waren beschadigd of weggeveegd, een spookstad waaruit de bevolking was vertrokken. Op het schilderdoek kwamen voortaan desolate landschappen, gebombardeerde gebouwen, loopgrachten en-bruggen, afgeknakte bomen en soldaten die zich een weg banen door een troosteloos landschap.

Er waren ook “militaire kunstschilders” bezig in Lo en De Panne. Maar door de aanwezigheid van prominente artiesten als Alfred Bastien en Maurice Wagemans kreeg de Nieuwpoortse groep meer bekendheid. De groep werd ook officieel erkend en was een onderdeel van de Section documentaire artistique de l’Armée en campagne. Zeg maar: de propaganda dienst die het oorlogsgebeuren voor het nageslacht vastlegde. Eigenaardig dat naast foto- en cinematografie, media die nochtans al ruim verspreid waren, de traditionele schilderkunst nog altijd in aanmerking kwam om de herinnering aan het krijgsgebeuren vast te leggen. De Nieuwpoortse groep werkte in een kelder die ze met allerlei achtergelaten spullen als schildersatelier had ingericht. Naar wat Luc Filliaert schrijft in zijn boek, zou dat groepje rond de Section documentaire, die militair was gestructureerd en met patriottische bedoelingen in het leven was geroepen, een eerder Brussels kransje geweest zijn en was het voor een Vlaamse kunstenaar als bv. Joe English bijzonder moeilijk om bij die groep aan te sluiten. Continue reading

Red Star Line museum Antwerpen

Na het MAS heeft Antwerpen weerom een mooi museum erbij. Als locatie hiervoor werd  een vroegere vertrekloods van de Rijnkaai gekozen en omgetoverd tot een prachtige museumruimte. Het gelijkvloerse niveau werd zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat bewaard. Daar kregen de  nutsvoorzieningen een plaats: onthaal, museumwinkel en cafetaria.

De Red Star Line was gedurende zo’n 60 jaar actief, meer bepaald van ca 1870 tot net voor de Tweede Wereldoorlog. De opeenvolgende generaties schepen – waarvan de kleinschalige modellen zijn uitgestald– vervoerden ongeveer twee miljoen emigranten naar de Verenigde Staten en Canada. Dat waren uiteraard niet allemaal Belgen. Het merendeel bestond uit Oost-Europese uitwijkelingen en Joden. Continue reading

Käthe Kollwitz Koekelare

2014 … Honderd jaar geleden begon de eerste grote wereldbrand. België dat net als Nederland een neutrale toeschouwer had moeten zei, belandde ongewild midden in de brand. We voelen ons slachtoffer van een agressie en onze sympathie gaat op de eerste plaats uit naar zij die ons op dat moeilijk moment hebben gesteund, nl. Frankrijk en Groot-Brittannië. Maar misschien is het in een jaar van herinnering en herdenking  aangewezen om even over de muur te kijken bij de vroegere vijand. Ook daar zijn bij de kleine mens diepe wonden geslagen en het zou totaal verkeerd zijn om elke Duitser te beschouwen als een rabiaat militarist en een fanatieke aanhanger van der Kaiser.

De familie Kollwitz staat symbool voor het modale Duitse gezin dat net zoals zoveel andere Europese gezinnen in de oorlogsspiraal terecht kwam en meegezogen werd. Moeder Käthe (1867-1945) was kunstenares en vader arts. Ze woonden in Berlijn, in de wijk Prenzlauer Berg en hadden twee zonen, Peter en Hans. Peter was pas achttien toen hij zich als oorlogsvrijwilliger meldde. Hij sneuvelde al in de eerste oorlogsdagen, op 23 oktober 1914, in de omgeving van het Roggeveld, in de toenmalige gemeente Esen bij Diksmuide. Er moeten daar veel Duitsers gesneuveld zijn vermits later op die plaats een Duits Friedfhof werd aangelegd. Continue reading

Kazerne Dossin is een aanrader

Het Holocaust & Mensenrechten-museum bevindt zich In Mechelen. Heel belangrijk dat die twee aspecten aan elkaar worden gelinkt hoewel de Holocaust hier de meeste aandacht krijgt. Dit neemt niet weg dat die link heel belangrijk is. Dat politiecommissaris-generaal De Bolle haar agenten een verplicht bezoekje aan Dossin oplegt,  is een duidelijk signaal.

Het museum is ondergebracht in een modern en uitnodigend gebouw gelegen vlak over de ingang van de achttiende-eeuwse kazerne Dossin waar zich het Memoriaal bevindt. De Vlaamse Gemeenschap subsidieert het museum en heeft op geen middelen gezien. Je wordt vriendelijk ontvangen aan de balie en krijgt er alle nodige informatie voor het bezoek. Op niveau -1 is er een vestiaire met lockers en een cafetaria. Heel het gebouw is net, verzorgd en brandveilig. Mensen met een beperking kunnen alle niveaus bereiken met de lift.

   

Op de gelijkvloerse verdieping krijgt de bezoeker een videomontage van een tiental minuten te zien. Zo maakt hij of zij kennis met de problematieken die in het museum aan bod komen. Deze beneden ruimte is comfortabel en sfeervol ingericht met aan de zijkant enkele sculpturen die nauw bij het thema van de Holocaust aansluiten. Op de andere zijmuur staan ontelbare portretten van gedeporteerden die nooit meer zijn teruggekeerd. Continue reading

Belle Epoque Centrum van Blankenberge

De term Belle Epoque klinkt nostalgisch in de oren. Zou het kunnen dat de beste en schoonste tijd sinds de schepping reeds  achter ons ligt? Sommige (kunst)historici laten de Belle Epoque beginnen na de Frans-Duitse oorlog van 1870, anderen vinden 1895 relevanter als startdatum. Maar over de einddatum is er in elk geval geen betwisting: de Eerste Wereldoorlog die in augustus 1914 uitbrak, betekende ook het einde van de Belle Epoque.

Aan de Belgische kust viel dit tijdperk samen met de ontwikkeling van het toerisme. Geen massatoerisme zoals vandaag, wel voorname heren en dames uit de begoede burgerij van het binnenland die dankbaar gebruik maakten van het nieuw vervoermiddel dat het spoor toen was om enkele dagen of weken aan zee door te brengen in mondaine badsteden als Blankenberge of Oostende. In beide steden heerste een bouwrage waarvan gelukkig heel wat bouwwerken (huizen, tweede verblijven, hotels, casino, ..) tot vandaag zijn bewaard en zonder enige twijfel behoren tot het cultureel erfgoed. De Belle Epoque-woningen hebben een eigen stijl. Meestal hebben ze beneden een loggia en werden keramische tegels en elementen overvloedig aangewend als decoratie. Naast bouwstijl, was de Belle Epoque ook een levensstijl: elegante en dure kleren voor de dames, genieten van een wandeling waar men “gezien” wilde worden, nadien nogmaals genieten van een copieuze maaltijd overgoten met de beste Franse wijnen in één van de vele luxueuze hotels die de mondaine badplaatsen rijk waren. En als er nadien nog tijd en “goesting” was, waarom niet een avondje in het casino doorbrengen? Die beau monde kende en ontmoette elkaar aan de kust. De pers speelde daarop gretig in. In Oostende bv. verscheen tijdens de zomermaanden de krant La Saison d’Ostende die een naamlijst afdrukte van de toeristen die er logeerden met vermelding van hun domicilie en het hotel waar ze verbleven. Continue reading

Liefde en Devotie in het Gruuthusemuseum (2)

Catalogus in redactie van
Jos Koldeweij, Inge Geysen, Eva Tahon
Uitgeverij Ludion 2013
319 blz.

In een vorige bijdrage hadden we het over de eigenlijke tentoonstelling. Die is al een tijdje afgelopen. Ondertussen hebben we de lijvige catalogus doorgenomen.

Even vermelden dat het een heel verzorgde uitgave is die zeker zijn 30 Euro waard is. Ook het fotoateriaal is eerste klas. Een team van specialisten zorgde voor de historische achtergrond en het kader van de tentoonstelling. Het redactieteam van de catalogus slaagde erin om van de zeven bijdragen een coherent geheel te maken.

De catalogus start met het ontstaan en de geschiedenis van het manuscript en hoe het uiteindelijk belandde in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Vervolgens komt de stadsgeschiedenis van Brugge rond 1400 uitgebreid aan bod en vooral de cultureel-maatschappelijke context waarin het manuscript  is ontstaan. Nadien is het de beurt aan de muziek uit dezelfde periode, de liefde in en de artistieke context van het Gruuthusehandschrift. De catalogus eindigt met een uitvoerige bijdrage over vroomheid en devotie in het 15de eeuwse Brugge. Continue reading

Bonjour Ostende en Oostende Kaai

Een tentoonstelling in de Venetiaanse Gaanderijen die niet te missen is en nog loopt tot half september. Het thema luidt: Oostende in de internationale kunst.

De tentoonstelling start met enkele historische doeken die het beleg van Oostende weergeven, een zicht op de vroegere haven, de aankomst van het zeiljacht van de Britse koningin Victoria, de eerste kursaal, enz. Vervolgens komen de grote meesters aan de beurt die zich hebben laten inspireren door Oostende: Ensor, Permeke en Spilliaert, de drie huis-kunstschilders van de toenmalige Koningin der Badsteden. Ontbreken evenmin: Jan De Clerck, Erich Heckel die als Duits soldaat tijdens de Eerste Wereldoorlog Oostende leerde kennen, Gust De Smet, Floris Jespers, om maar de voornaamste te noemen. De tentoonstelling is trouwens genoemd naar Bonjour Ostende, het bekende werk van Jespers dat ook voorkomt op de catalogus. Continue reading

The Passchendaele Experience

Dit museum dat al enkele jaren bestaat, werd in het vooruitzicht van 2014 volledig heringericht en onlangs officieel geopend door minister Geert Bourgeois. Het bevindt zich in het kasteeldomein van Zonnebeke (Ieperstraat 5), in een streek waar de Eerste Wereldoorlog diepe wonden heeft geslagen. Enkele kilometers verder liggen ook het Polygoonbos, het Tyne Cot Cemetery, het Bayernwald  en nog zoveel andere sites die herinneren aan de “grote oorlog“.

Tijdens het Britse offensief van 1917 werden hier in honderd dagen tijd een half miljoen militairen buiten gevecht gesteld voor een terreinwinst van amper 8 kilometer. Passendale werd zo het symbool van het zinloos oorlogsgeweld. Continue reading

Oudenburg bezit een Romeins Archeologisch Museum

Een halve eeuw geleden begonnen de opgravingen in Oudenburg. Het was al van oudsher geweten dat de stad Oudenburg (zie de betekenis van het toponiem) gebouwd was op de resten van een Romeins kamp gelegen in de kustvlakte, in het territorium van de “Belgische” volksstam der Menapiërs. In het 6de Boek van zijn Commentarii de bello gallico vertelt Julius Caesar hoe hij in 53 a.C.n. de Menapiërs op de knieën kreeg: Continue reading

Het MIAT in Gent is een bezoek waard

Een monumentaal museum, 1800 m2, dat heel zware industriële machines uit lang vervlogen tijden herbergt en ze ook nog regelmatig in werking stelt. Want MIAT staat voor “Museum voor Industrie, Arbeid en Textiel”. Het museum ligt aan de Minnemeers, in een voormalige Gentse katoenspinnerij met Manchester-dak en gelegen aan de Leie.

Het museum neemt zich voor dicht bij de mensen te staan. Door zijn educatieve rol slaagt het prachtig daarin. Er zijn niet alleen rondleidingen voor geïnteresseerde volwassenen maar ook workshops voor leerlingen uit alle onderwijsniveaus. Zo zagen we tijdens ons bezoek leerlingen uit het kleuter- en bijzonder onderwijs geboeid aan het werk. Voor alle niveaus zijn werkmappen ter beschikking. Het museum beschikt over een vriendenkring, over vrijwilligers die de antieke machines nog kunnen in gang steken en bedienen en over een kleine cinemazaal – Ciné Palace – waar elke maand een kwalitatieve film uit de oude doos wordt vertoond. Voor zijn Soirées doet het museum beroep op specialisten uit de industrie. Zo is er bv. op 30 mei a.s. een conferentie over vroegere elektriciteitscentrales in België. Continue reading