Kazerne Dossin is een aanrader

Het Holocaust & Mensenrechten-museum bevindt zich In Mechelen. Heel belangrijk dat die twee aspecten aan elkaar worden gelinkt hoewel de Holocaust hier de meeste aandacht krijgt. Dit neemt niet weg dat die link heel belangrijk is. Dat politiecommissaris-generaal De Bolle haar agenten een verplicht bezoekje aan Dossin oplegt,  is een duidelijk signaal.

Het museum is ondergebracht in een modern en uitnodigend gebouw gelegen vlak over de ingang van de achttiende-eeuwse kazerne Dossin waar zich het Memoriaal bevindt. De Vlaamse Gemeenschap subsidieert het museum en heeft op geen middelen gezien. Je wordt vriendelijk ontvangen aan de balie en krijgt er alle nodige informatie voor het bezoek. Op niveau -1 is er een vestiaire met lockers en een cafetaria. Heel het gebouw is net, verzorgd en brandveilig. Mensen met een beperking kunnen alle niveaus bereiken met de lift.

   

Op de gelijkvloerse verdieping krijgt de bezoeker een videomontage van een tiental minuten te zien. Zo maakt hij of zij kennis met de problematieken die in het museum aan bod komen. Deze beneden ruimte is comfortabel en sfeervol ingericht met aan de zijkant enkele sculpturen die nauw bij het thema van de Holocaust aansluiten. Op de andere zijmuur staan ontelbare portretten van gedeporteerden die nooit meer zijn teruggekeerd.

Op de eerste verdieping worden we geconfronteerd met de naweeën van de Eerste Wereldoorlog, de opkomst van het nazisme en natuurlijk met het antisemtistme en de Jodenvervolging in Duitsland, met de massale uitwijking van Joden naar de buurlanden als gevolg.

De tweede verdieping is mijns inziens de meest confronterende. Hier gaat het over de Duitse inval en de bezetting van België en vooral over de gevolgen voor Joden en zigeuners. De vele Joden die vóór 1940 Duitsland waren ontvlucht, werden toen weer opgevist en opnieuw gedeporteerd naar Duitsland. Eén op twee van deze staatloze Joodse burgers overleefde  de Tweede Wereldoorlog niet daar waar de Joden van Belgische nationaliteit beter de dans ontsprongen. We zien ook het sociaal en maatschappelijk verschil tussen de Joden. Er zijn de rijken die op tijd naar Amerika konden ontkomen en ernaast de sukkelaars, de staatlozen zonder verweer die gemakkelijk opgepakt werden. Op deze verdieping worden we aangesproken door de talrijke affiches die het beginnend antisemitisme in Duitsland illustreren en de navolging die het bij ons kreeg tijdens de bezetting.

   
   

Bijzondere aandacht gaat naar de rol van het officiële België bij de deportaties. De namen van burgemeesters en magistraten die zich weinig scrupuleus en eervol gedroegen t.o.v. hun Joodse landgenoten, worden in alle openheid geafficheerd. Er wordt ook duidelijk gesteld dat het anti-Joods klimaat veel groter was in Antwerpen dan in Brussel. De Antwerpse politie en oorlogsburgemeester werkten maar al te gretig en onderdanig mee met de bezettende overheid. Ook het verschil in houding van de individuele politieagenten wordt in de verf gezet. Grosso modo kan men drie reacties onderscheiden: de politieambtenaren en -agenten die gewonnen waren voor de collaboratie met de Duitsers, de onverschilligen die de orders uitvoerden (‘Befehl ist Befehl’) en tenslotte zij die dit met hun geweten niet in overeenstemming konden brengen, die bv. de Joden verwittigden van een op komst zijnde razzia en ook de zeldzamen die gesanctioneerd werden omdat ze hun medewerking weigerden. Daar komt natuurlijk de vraag van de individuele verantwoordelijkheid om de hoek kijken en het eigen geweten. Iedereen moet keuzes maken en niemand kan of mag verplicht worden om actief mee te werken aan maatregelen die ethisch onverantwoord zijn. Zich wegsteken achter anderen en achter orders van hogerhand is maar al te gemakkelijk! En zeker achter de verontschuldiging van “Wir haben es nicht gewusst”. Het is bijzonder interessant om te zien hoe vele beleidsverantwoordelijken en brave ambtenaren zich geleidelijk aan compromitteerden en werden meegezogen in de golf van collaboratie, wat niet wil zeggen dat er geen uitzonderingen waren. En gelukkig maar!

Collaboratie en het met de voeten treden van de mensenrechten is van alle tijden. In onze vaderlandse gescheidenis zijn er massa’s voorbeelden. Denken we maar aan de Leliaards, zij die heulden met de “katholieke” Spaanse inquisitoren of met keizer-koster Jozef II, de aanhangers van het Frans revolutionair bestuur en van dat van Napoleon, de Orangisten, enz. Ook in de buitenlandse geschiedenis zijn er tal van voorbeelden: de aparheid in Zuid-Afrika en de USA, de genocide in Rwanda, enz. Ook deze problematiek komt in dit museum aan bod, hetzij in mindere mate.

Op de derde verdieping krijgen we een overzicht van de opeenvolgende transporten vanuit de Dossinkazerne naar de uitroeiingskampen. Misschien wat overdonderend en eentonig voor de doorsneebezoeker maar heel belangrijk voor zij die familie of kennissen hadden in één van deze dodentransporten.

Op de vierde verdieping tenslote is er een tijdelijke tenstoosntelling en kan men ook genieten van het schitterend panorama op de Dossinkazerne en op de stad Mechelen.

De tententonstelliug is heel didactisch en bevattelijk geconcipieerd. Er is ook een audiogids beschikbaar en een gedrukte handleiding met commentaar bij de geëxposeerde documenten. De meeste zijn ook terug te vinden in de catalagogus die voor € 15 Euro wordt aangeboden en die ruimschoots de kans biedt om alles thuis nog eens rustig en bevattelijk door te nemen.

   

 

 

Een prachtig initiatief in een stad met heel wat historische gebouwen en plaatsen die een bezoek waard zijn. We gaan nog terug!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>