Käthe Kollwitz Koekelare

2014 … Honderd jaar geleden begon de eerste grote wereldbrand. België dat net als Nederland een neutrale toeschouwer had moeten zei, belandde ongewild midden in de brand. We voelen ons slachtoffer van een agressie en onze sympathie gaat op de eerste plaats uit naar zij die ons op dat moeilijk moment hebben gesteund, nl. Frankrijk en Groot-Brittannië. Maar misschien is het in een jaar van herinnering en herdenking  aangewezen om even over de muur te kijken bij de vroegere vijand. Ook daar zijn bij de kleine mens diepe wonden geslagen en het zou totaal verkeerd zijn om elke Duitser te beschouwen als een rabiaat militarist en een fanatieke aanhanger van der Kaiser.

De familie Kollwitz staat symbool voor het modale Duitse gezin dat net zoals zoveel andere Europese gezinnen in de oorlogsspiraal terecht kwam en meegezogen werd. Moeder Käthe (1867-1945) was kunstenares en vader arts. Ze woonden in Berlijn, in de wijk Prenzlauer Berg en hadden twee zonen, Peter en Hans. Peter was pas achttien toen hij zich als oorlogsvrijwilliger meldde. Hij sneuvelde al in de eerste oorlogsdagen, op 23 oktober 1914, in de omgeving van het Roggeveld, in de toenmalige gemeente Esen bij Diksmuide. Er moeten daar veel Duitsers gesneuveld zijn vermits later op die plaats een Duits Friedfhof werd aangelegd.

   
   

Moeder Käthe zat aanvankelijk met enorme schuldgevoelens. Ze verweet zichzelf dat ze onvoldoende pogingen had ondernomen om haar zoon van zijn voornemen af te brengen. Langzamerhand berustte ze daarin en ging Peters dood eerder beschouwen als een offer voor het vaderland. Maar naarmate de oorlog vorderde en steeds meer mensenleed met zich meebracht, geraakte ze gedeprimeerd en geraakte ze uiteindelijk overtuigd van de waanzin en de zinloosheid van elke oorlog. Die overtuiging zou haar nimmer meer loslaten.

In januari 1924 werd het Duits kerkhof aan het Roggeveld ingericht en het stoffelijk overschot van Peter naar hier overgebracht. Käthe en haar man bezochten het kerkhof in juni 1926. Zo groeide bij haar het idee om twee massale beelden te ontwerpen die haar en haar man bij het graf van hun zoon moesten vereeuwigen. Die beelden, gehouwen in Belgisch hardsteen, werden eerst tentoongesteld in Berlijn in april 1931 en in juli 1932, enkele maanden voor de machtsgreep van Hitler, naar het Roggeveld overgebracht waar ze een plaats kregen bij de ingang van het soldatenkerkhof. Later, in 1954, werden de graven overgebracht naar het prachtig gelegen nieuw Duits kerkhof in Vladslo waar ook de beelden een nieuwe plaats kregen, dicht bij de grafsteen van hun zoon Peter.

Voordat haar zoon sneuvelde, was Käthe al sociaal en links geëngageerd. In 1893 had ze een reeks etsen, houtsnijwerk en litho’s gemaakt rond het verzet van de kleine Silezische wevers  tegen de uitbuiting van de opkomende industrialisatie. In 1901 had ze gewerkt rond de Boerenoorlog van de 16de eeuw, toen de gewone landman opkwam tegen de grootgrondbezitters.

Na de dood van haar zoon zou ze vanaf 1922 vooral werken rond het thema oorlog. Aan “de oorlog verklaarde ze de oorlog“, nooit meer oorlog! In haar werk komt de moederfiguur nu centraal te staan, de koesterende moeder die door de tijdsomstandigheden plaats moet ruimen voor de lijdende moeder die haar kind onvoldoende kan beschermen en het uiteindelijk verliest.

“L’histoire se répète”, zegt het spreekwoord. En inderdaad, in 1939 was het weeral zo ver. In 1941 deden de nazi’s een oproep om minderjarigen naar het leger te lokken. En opnieuw werd de familie Kollwitz in haar vlees gesneden. Dit keer was het hun kleinzoon Peter, de zoon van Hans en genoemd naar zijn oom, die sneuvelde aan het Oostfront.

Käthe zou het einde van de oorlog niet meer meemaken, ze overleed enkele dagen voordien, op 22 april 1945. Gedurende een groot deel van haar leven had ze zich ingezet om de zinloosheid van geweld uit te bazuinen. Het laatste deel van haar leven bracht ze door onder de nazidictatuur, toen in Stalingrad de “totale Krieg” tot in het absurde werd gevoerd en wat momenteel ook zo aangrijpend en authentiek naar voorkomt in de televisieserie Unsere Mütter, unsere Väter die het oorlogsleed en de zinloosheid vanuit de Duitse gezichtshoek bekijkt.

Het Käthe Kollwitz Museum is een prachtig initiatief van de gemeente Koekelare. Het is ondergebracht in een vroeger brouwerij waar zich ook de gemeentelijke bibliotheek en vergaderruimtes bevinden. Dit oud industrieel gebouw werd perfect aangepast aan zijn nieuwe bestemming en omgetoverd tot een smaakvol en functioneel geheel, waar oud en nieuw harmonisch samengaan. De tentoonstelling bevindt zich op de tweede verdieping die ook via de lift toegankelijk is voor mensen met een beperking.

Het museum is opgevat als een “memorial”. Buiten wat artistiek werk van Käthe, zal men er geen authentieke voorwerpen van of herinneringen aan de familie Kollwitz aantreffen. De boodschap van Käthe wordt vooral uitgedragen door teksten , foto- en videomateriaal. Wil men authentiek beeldhouwwerk van Käthe zien, dan moet men naar de Duitse begraafplaats in het nabij gelegen Vladslo (deelgemeente Diksmuide) trekken.

   

Naast het Käthe Kolwitz museum bevindt zich ook een ruimte die de herinnering aan de seizoenarbeiders levendig houdt. In Koekelare leefden heel wat “Fransmannen“, seizoenarbeiders die elk jaar naar Frankrijk trokken om te helpen bij de bietenoogst. Er staan ook drie monumentale sculpturen in Franse witsteen van Willem Vermandere.

   
   

En wie niet genoeg krijgt van de Eerste Wereldoorlog,  kan ook nog even langs gaan in het wat verder op gelegen Lange Max Museum gewijd aan het gigantisch kanon dat in Koekelare was opgesteld en reikte tot het dertig kilometer verder gelegen Duinkerke.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>