Een tentoonstelling in de Venetiaanse Gaanderijen die niet te missen is en nog loopt tot half september. Het thema luidt: Oostende in de internationale kunst.
De tentoonstelling start met enkele historische doeken die het beleg van Oostende weergeven, een zicht op de vroegere haven, de aankomst van het zeiljacht van de Britse koningin Victoria, de eerste kursaal, enz. Vervolgens komen de grote meesters aan de beurt die zich hebben laten inspireren door Oostende: Ensor, Permeke en Spilliaert, de drie huis-kunstschilders van de toenmalige Koningin der Badsteden. Ontbreken evenmin: Jan De Clerck, Erich Heckel die als Duits soldaat tijdens de Eerste Wereldoorlog Oostende leerde kennen, Gust De Smet, Floris Jespers, om maar de voornaamste te noemen. De tentoonstelling is trouwens genoemd naar Bonjour Ostende, het bekende werk van Jespers dat ook voorkomt op de catalogus.
Wie Oostende zegt, zegt “zee”. Zonder de zee zou Oostende niet zijn wat het is. Vandaar dat de rol van en de inspiratie door de zee ook sterk benadrukt worden in het inleidend gedeelte van de catalogus: Zicht op zee, Oostende-aan-Zee.
De tweetalige catalogus[1] is geredigeerd door Xavier Tricot die start met een overzicht van de Oostendse geschiedenis, met nadruk op het kunsthistorische: gebouwen, schrijvers en wetenschappers die in Oostende hebben verbleven en natuurlijk de schilders die er hebben gewerkt. Ook de initiatieven die de stad nam i.v.m. haar kunst- en architecturaal patrimonium komen aan bod. Op sommige momenten wordt de chronologie niet volledig gerespecteerd en is de tekst niet altijd overzichtelijk maar doet hij eerder rommelig aan. Maar toch is het een goede poging tot synthese om de kunstenaars te situeren binnen de historische context.
De kwaliteit van de reproducties van de tentoongestelde werken is bijzonder goed: uitstekende kleurendruk op glanzend en voldoende zwaar papier.
Het werk telt 207 bladzijden waarvan 97 zijn gewijd aan het historisch overzicht. Maar dat is misleidend omdat het een tweetalige editie betreft met links de Franse tekst en rechts de Nederlandse. Daar hebben we een bedenking bij: moet een catalogus bij een tentoonstelling georganiseerd in het Vlaams landsgedeelte noodzakelijk een vertaling in het Frans bevatten? Bovendien worden lokale realiteiten ook nutteloos in de taal van Molière vertaald: Le collège des Bourgmestre et Echevins de la ville d’Ostende, les Galeries Vénitiennes, Mu.zee Oostende – Ostende, Museum voor Schone Kunsten Gent – Gand, enz. Precies of de meest eenvoudige Franstalige niet beseft dat Oostende en Ostende wel degelijk dezelfde stad zijn? Mogelijk was een louter eentalige editie financieel niet haalbaar maar dan had men ook, om niemands gevoeligheden te raken, eraan een korte samenvatting in het Engels en in het Duits kunnen toevoegen. Want Engels- en Duitstaligen bezoeken ook de tentoonstelling en zijn misschien even talrijk of talrijker nog dan de Franstaligen? Spijtig dat het stadsbestuur daarover niet principiëler is geweest. Blijkbaar gaven commerciële en/of toeristische beweegredenen de doorslag?
Wat de tentoonstelling zelf betreft, valt de controle van de meer dan wantrouwige bewakers op. Fotograferen is verboden (waarom, kan bv. wel in Mu.zee) en de bezoeker wordt voortdurend op de hielen gezeten niet alleen door de talrijke camera’s maar ook door een tweetal “waakhonden” die er blijkbaar van uit gaan dat elke bezoeker een potentiële vandaal is en met een mes in zijn zak toekomt. Nee, ik voelde er me niet gemakkelijk bij. In Mu.zee aan de Romestraat bv. heerst een ander klimaat, daar kan je ongedwongen de werken bekijken zonder dat gevoel te hebben. Die twee mannen doen natuurlijk wat hen opgelegd is maar de organisatoren hadden er hen kunnen op wijzen wat discreter de bezoekers in de gaten te houden.
De locatie is ideaal: één grote ruimte die een min of meer chronologische opstelling van de werken mogelijk en overzichtelijker maakt.
Het grote verschil met de tentoonstelling vorig jaar in Knokke-Heist is dat daar schilders waren vertegenwoordigd die in de Oostkustgemeente hadden gewerkt. In Bonjour Ostende gaat het over schilders die Oostende of zichten van de zee hebben geschilderd.
Ondertussen loopt in het Stadsmuseum De Plate nog een fototentoonstelling over het Zeestation of Oostende-Kaai dat op het einde van de 19de eeuw in gebruik werd genomen en sterk geleden heeft tijdens de twee wereldoorlogen. Dit station werd verschillende keren heropgebouwd of gerenoveerd en de huidige renovatie is nog volop aan de gang. De oorspronkelijke bedoeling was de treinreizigers te brengen tot bij de pakketboten voor de oversteek naar Engeland. Daarnaast bestond ook het station Oostende-Stad gelegen aan het Ernest Feysplein, waar nu het grootwarenhuis Delhaize staat. Dit laatste station werd omstreeks 1950 afgebroken en de sporen uitgebroken voor de aanleg van de terminus van de autosnelweg Brussel – Oostende. Vanaf toen vertrokken en kwamen alle treinen toe in Oostende-Kaai, het huidig station van Stad aan Zee.
Ook ik heb de tentoonstelling Bonjour ostende bezocht. Ik miste er iets, maar wat?
Kijk eens naar:
http://florsnieuweblog.blogspot.be/2013/09/de-tijd-van-gustaaf-sorel.html