Catalogus in redactie van
Jos Koldeweij, Inge Geysen, Eva Tahon
Uitgeverij Ludion 2013
319 blz.
In een vorige bijdrage hadden we het over de eigenlijke tentoonstelling. Die is al een tijdje afgelopen. Ondertussen hebben we de lijvige catalogus doorgenomen.
Even vermelden dat het een heel verzorgde uitgave is die zeker zijn 30 Euro waard is. Ook het fotoateriaal is eerste klas. Een team van specialisten zorgde voor de historische achtergrond en het kader van de tentoonstelling. Het redactieteam van de catalogus slaagde erin om van de zeven bijdragen een coherent geheel te maken.
De catalogus start met het ontstaan en de geschiedenis van het manuscript en hoe het uiteindelijk belandde in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Vervolgens komt de stadsgeschiedenis van Brugge rond 1400 uitgebreid aan bod en vooral de cultureel-maatschappelijke context waarin het manuscript is ontstaan. Nadien is het de beurt aan de muziek uit dezelfde periode, de liefde in en de artistieke context van het Gruuthusehandschrift. De catalogus eindigt met een uitvoerige bijdrage over vroomheid en devotie in het 15de eeuwse Brugge.
De eerste drie thema’s en ook het laatste vonden we bijzonder goed en in de diepte uitgewerkt. De bijdragen over muziek en de artistieke context konden ons minder bekoren. Het thema muziek is te technisch en richt zich tot lezers die muzikaal gevormd zijn en iets afweten van middeleeuwse muziek en haar notatie. In het item over de artistieke context, wijdt de auteur uit over het middeleeuws begrip conste. Het bevat een interessante tekst over de rol en de betekenis van abt Lubertus Hautsclilt van de Eeckhoutabdij. Voor de rest vonden we die bijdrage nogal warrig en oppervlakkig.
Het lag duidelijk in de bedoeling van alle medewerkers om de diversiteit en de tijkdom van het handschrift aan te tonen alsook de verschillende literaire genres die erin voorkomen. Ze stellen ook duidelijk dat er geen tegenspraak was tussen religieuze en profane geschriften, ook niet wat betreft de poëzie. Vandaar de titel Liefde en Devotie. Zo staat het handschrift model voor de veelzijdigheid van de Brugse samenleving in de late middeleeuwen, met op de achtergrond de integratie van het zelfstandig Vlaanderen in het groter Bourgondische geheel. Dat die samenleving op de eerste plaats gestoeld was op religiositeit en godsdienstige praxis (broederschappen, bedevaarten, …), is duidelijk.
In onze vorige bijdrage stelden we dat de mogelijkheden van een handschrift als centraal thema van een tentoonstelling uiterst beperkt zijn. Een manuscript kan men maar op één plaats openleggen en het blijft ook achter glas. Er in bladeren is totaal uitgesloten en het handschrift uit elkaar halen is zeker geen optie. Aan deze beperking probeerden de inrichters een mauw te passen door ernaast andere handschriften te exposeren of kunstwerken, objecten, enz. die relevant zijn voor het handschrift of voor het dagelijks leven van die tijd. Over de keuze ervan kan men uiteraard een verschillende mening toegedaan zijn. Soms hebben we de indruk dat bepaalde objecten werden “bijgesleurd” en dat er ook te veel gelijkaardige waren (bv. de insignes). En vermits ze geëxposeerd werden, staan ze natuurlijk vermeld en beschreven in de catalogus die hierdoor op sommige plaatsen wat overladen is.
Dat op de meeste bladzijden van de catalogus een folio uit het handschrift in miniatuur is weergegeven, oogt goed. Ook de enkele folio’s in facsimilé afgedrukt, o.a. de tekst van het Egidiuslied, zijn representatief en deskundig gekozen. In de marge vinden we telkens een beperkt lexicon van Middelnederlandse woorden of termen uit de tekst. Voor de doorsnee lezer is deze summiere woordverklaring echter totaal onvoldoende om de tekst in zijn geheel te begrijpen en we hadden liever een vertaling in modern Nederlands gekregen.
De beschrijvende teksten bij de tentoongestelde voorwerpen en kunstwerken zijn, op enkele uitzonderingen na, duidelijk en ad rem. De herkomst, de plaats van bewaring en een summiere bibliografische verwijzing zijn consequent en in voldoende mate aanwezig.
We missen wel een Index van persoonsnamen. Het langwerpig formaat van de catalogus is eerder onhandig bij het lezen maar was waarschijnlijk aangewezen om de afbeeldingen duidelijk te kunnen weergeven.