Een halve eeuw geleden begonnen de opgravingen in Oudenburg. Het was al van oudsher geweten dat de stad Oudenburg (zie de betekenis van het toponiem) gebouwd was op de resten van een Romeins kamp gelegen in de kustvlakte, in het territorium van de “Belgische” volksstam der Menapiërs. In het 6de Boek van zijn Commentarii de bello gallico vertelt Julius Caesar hoe hij in 53 a.C.n. de Menapiërs op de knieën kreeg:
“De Menapiërs, de naburen der Eburonen, die aan alle kanten door moerassen en wouden beveiligd zijn, waren de enige Galliërs, die nog geen vredesgezantschap tot Caesar hadden gezonden. Met hen had Ambiorix – dit wist Caesar – vriendschap gesloten. […]. Caesar rukte met vijf legioenen zonder trein op tegen de Menapiërs. Deze hadden, in vertrouwen op de natuurlijke gesteldheid van hun land, geen troepen gelicht, maar vluchtten naar de bossen en moerassen, waar zij ook al hun have en goed heenbrachten. Caesar rukte, na snel bruggen te hebben laten leggen, in drie colonnes het land binnen, stak hoeven en dorpen in brand en bemachtigde vee en mensen in grote getale. Hierdoor werden de Menapiërs genoodzaakt gezanten naar hem te zenden om vrede te vragen. Caesar nam gijzelaars en verklaarde, de Menapiërs als vijanden te zullen beschouwen, indien zij Ambiorix of zijn gezanten bij zich zouden opnemen. Na dit geregeld te hebben, liet hij Commius met de ruiterij ter bewaking in het gebied der Menapiërs achter.”
Het Romeins Archeologisch Museum (RAM) is gevestigd in het abtsgebouw van de voormalige Sint-Pietersabdij en werd vijf jaar geleden helemaal vernieuwd. Het geeft de bezoeker een uitstekend beeld over de aanwezigheid van de Romeinen in de Vlaamse kustvlakte. De meeste voorwerpen zijn afkomstig van de archeologische opgravingen van het castellum gelegen in het centrum van het huidige Oudenburg en van de bijna driehonderd teruggevonden graven net buiten de stad: munten, mantelspelden, kunstig versierde gordelgespen, wapens, glas, amforen, kommen in rood aardewerk, zwart geverniste bekers, kruiken met witte of rode overschildering, juwelen, mantelspelden en kammen in been. Naast het museum werd ondertussen het multifunctioneel cultuurcomplex Ipso facto opgetrokken.
Alle uitgestalde vondsten uit de eerste eeuwen van onze tijdrekening zijn goed beschreven en zoveel mogelijk gedateerd. Belangrijk is dat het museum ons daarnaast toont hoe die West-Vlaamse Romeinen dagelijks leefden, hoe ze zich kleedden en hoe ze hun doden begroeven. Naast heel wat gevonden gebruiksvoorwerpen uit het gewone leven, zien we bv. ook in een reconstructie hoe de Romeinen, via vloerverwarming avant la lettre, hun huizen en badruimten verwarmden.
Mooie informatieve panelen, kaarten en moderne audiovisuele middelen ondersteunen de bezoeker tijdens zijn rondgang die logisch en systematisch is opgebouwd.
Bijzondere aandacht gaat naar het thema dood en begraven. In het museum werden enkele graven gereconstrueerd met skeletten en dagelijkse voorwerpen aangetroffen in de oorspronkelijke graven even buiten Oudenburg.
Het museum bezit ook heel wat en zelfs relatief goed bewaard aardenwerk, waaronder enkele artistiek beschilderde exemplaren. Daarnaast gaat onze aandacht ook naar het vele sierlijk glaswerk dat meestal in goede staat in de bodem werd aangetroffen en in het museum heel goed oogt dank zij de aangepaste verlichting.
Je kan alles rustig bekijken. Het toezicht is vermoedelijk elektronisch maar in elk geval discreet en de bezoeker krijgt niet de indruk dat hij op de voet wordt gevolgd of in het oog gehouden.
Spijtig dat er geen catalogus bestaat die de bezoeker als herinnering en naslagwerk kan aankopen. Het museum is ondergebracht in een woning uit de 18de eeuw die aangepast werd aan haar nieuwe museumfunctie. Spijtig dat men niet van de gelegenheid gebruik heeft gemaakt om de verdiepingen te voorzien van betonnen gewelven en vloer. De houten vloerbekleding waarvoor men bij de renovatie geopteerd heeft, kraakt bij elke stap die men verzet en is natuurlijk ook niet geluidsabsorberend. Dat is wel een minpunt.
In de cafetaria ondergebracht in het nieuw gedeelte Ipso facto kan men een aantal streekbieren proeven die het museum promoot. En is de museumshop zijn er, naast streekproducten, heel wat boeken, puzzels en spelletjes te koop bestemd voor kinderen.
Misschien ook nog vermelden dat het museum gegidste rondleidingen en workshops organiseert, uiteraard na afspraak. In mei had al voor de vijfde keer het Romeins weekend plaats.
Op het gelijkvloers van het museum ontdekt men de geschiedenis van de Oudenburgse Sint-Pietersabdij, achter het museum gelegen, en het levensverhaal van de H. Arnoldus, patroon van de brouwers en stichter van deze abdij.
Het RAM is een aanrader zowel voor jong als voor oud oud.