In het Stadsmuseum van Oostende – de vroegere koninklijke residentie in de Langestraat – loopt nog tot eind december 2012 een tentoonstelling van Oostendse geporseleinde kaarten[1].
Geporseleinde kaarten hebben niets met porselein te maken. Het waren gewone zichtkaarten die met een speciale soort olie werden bewerkt zodat ze geleken op porselein. In feite was het een druktechniek die populair was tussen 1840 en 1865: een steendrukprocédé of lithografie met verschillende kleuren waarbij soms goud, zilver of brons te pas kwamen.
De kaarten waren zo mooi dat vele mensen die in een album verzamelden. Dank zij die verzamelwoede kon men vandaag deze tentoonstelling opzetten.
Geporseleinde kaarten zijn nooit als zichtkaart gebruikt. Men kent geen gefrankeerde exemplaren ervan. Ze konden gaan tot 40 cm en als onderwerp hebben:
- Horeca-bedrijven
- Badleven
- Handelszaken
- Schone kunsten
- Gelegenheidsdrukwerk (nieuwjaarswensen, huwelijk, …)
- Stadszichten bedoeld als souvenir
Deze kaarten zijn belangrijk voor het historisch onderzoek. Ze laten ons het dagelijks leven in die periode zien, het uitzicht van Oostende en geven ook informatie over meer dan honderd handelszaken en hotels met adres en naam van de uitbater, enz.
Men schat dat er 200 à 300 geporseleinde kaarten met Oostende als onderwerp in omloop zijn geweest.
Een bekende lithograaf was Daveluy uit Brugge. De meeste van de hier geëxposeerde kaarten werden door hem gedrukt. Na 25 jaar is dit drukprocedé verdwenen. De producten waarmee werd gewerkt, waren immers gevaarlijk voor de gezondheid. 1865 is ook het jaar waarin Leopold I overleed, dus het einde van een periode. Grosso modo kan men zeggen dat deze kaarten ons het Oostende uit de tijd van Leopold I laten zien.
Wat de stadszichten betreft, is het heel spijtig dat ernaast een foto van de huidige site ontbreekt. Zo had de bezoeker een beter ruimtelijk inzicht kunnen krijgen en was het voor hem ook gemakkelijker geweest om de lokatie in het huidig stadsbeeld te situeren. Bijkomende informatie kan een tentoonstelling aanzienlijk verfijnen en levendiger maken en zo een meerwaarde betekenen. Niet dat de presentatie slordig is, maar men had er wat meer kunnen uithalen. Veel bezoekers komen niet op de eerste plaats voor het esthetisch of het druktechnisch aspect van deze kaarten maar voor de historische context.
Het Stadsmuseum heeft meer dan één troef. Naast deze tijdelijke tentoonstelling, kan men nog andere interessante zaken zien of bezichtigen.
Vooreerst de kamer waar Louise-Marie, de eerste koningin, overleed in 1850. Deze ruimte is nog origineel gemeubileerd. In de ruimte ernaast horen we de koningin zelf aan het woord in een emotioneel ingesproken Nederlandstalige videomontage.
Verder zijn er de modellen van de verschillende generaties pakketboten van de lijn Oostende – Dover, de maquettes van de vroegere schouwburg en kursaal. Een schilderij van François Musin laat ons zien hoe het strand en de promenade er rond 1880 uitzag. Op de achtergrond bemerken we het vroeger kursaal. Interessant is ook een schilderij van Verboeckhoven die ons de aankomst in 1843 laat zien van het jacht van queen Victoria voor de rede van Oostende.
Wie goed te been is en niet opziet tegen de vele trappen, kan ook de belvedère bezoeken. Vandaag kijkt men uit op de omliggende daken en zitten zee en straat verborgen achter de hoogbouw. Dit was niet zo tijdens het korte leven van Louise-Marie. Van hieruit kon ze het strand en de zee zien en bv. ook de aankomst van het jacht van koningin Victoria volgen. Toen ze ziek en verzwakt was, werd ze via een katrolsysteem naar de belvedère gehesen.
Het Oostende Stadsmuseum is een aanrader. Toegang: € 4 met mogelijkheid tot korting.
[1] Omer Vilain publiceerde een beschrijving en een inventaris van deze kaarten in Ostendiana IV (1982), blz. 147-157.