Van Fyracommissie tot koningin Beatrix

Maandag 28 januari. Niet alleen de Fyra komt in het nieuws, ook de mededeling van koningin Beatrix zorg voor opschudding .

Allereerst dus die vervloekte trein. Wie weet er in de Nederlanden dat er ook nog zoiets als een Beneluxparlement bestaat? Dit parlement heeft zelfs een website en leidt een eigen leven. Op 17 juni 2008 werd de oorspronkelijk (1958) economische Beneluxsamenwerking na vijftig jaaruitgebreid naar nieuwe beleidsterreinen als veiligheid, verkeer, ruimtelijke ordening en milieu. Het Beneluxparlement, met zetel in de Belgische senaat, heeft enkel een raadgevende bevoegdheid want de akkoorden van het comité van de drie ministers van Buitenlandse Zaken moeten worden goedgekeurd door de nationale parlementen.

Op 28 januari gaf de Fyra-affaire toch aanleiding tot een historische gebeurtenis. De hoorzitting in de Belgische Senaat verenigde, naast de leden van het Beneluxparlement, ook de commissies verkeer van de Nederlandse Tweede Kamer en van de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers. Samen ondervroegen ze de spoorbazen van de NS en de NMBS.

Hiermee leek toch voor één dag, al was het maar symbolisch, de Staten-Generaal van de oude Nederlanden en van het Verenigd koninkrijk der Nederlanden (1815-1830) hersteld. Vanaf 1815 hadden afgevaardigden van de zuidelijke provinciën ook zitting in Den Haag in de Eerste en Tweede Kamer van Staten-Generaal van het heropgericht Koninkrijk der Nederlanden. Als gevolg van de augustus-gebeurtenissen van 1830, riep het Voorlopig Bestuur op 4 oktober de onafhankelijkheid van België uit die door de Prins van Oranje, zoon van koning Willem I, werd erkend op 16 oktober. Zijn vader, De Nederlandse koning, liet vier dagen later op, 20 oktober, weten aan de Staten-Generaal dat zijn regeringsvoorstellen voortaan enkel betrekking hadden op de noordelijke provinciën van het koninkrijk. Hiermee zette hij, weliswaar fel tegen zijn zin, de facto een punt achter het Verenigd koninkrijk der Nederlanden en meteen ook aan het lidmaatschap van de Staten-Generaal van afgevaardigden uit de zuidelijke provinciën.  Als gevolg van de beschieting van Antwerpen door de Noord-Nederlandse troepen tijdens diezelfde maand, werd de familie van Oranje definitief van de Belgische troon vervallen verklaard.

Achter de koningin, het portret van Willem de Zwijger, stamvader van de dynastie

Precies op diezelfde dag van de gemeenschappelijke Fyra-hoorzitting in Brussel, kondigde de Nederlandse vorstin haar voornemen aan om eind april te abdiceren. Wie haar toespraak op televisie volgde, zag achter haar het portret van een man in zestiende-eeuwse klederdracht. Die man is niemand minder dan de grote Willem van Oranje, alias Willem de Zwijger, gemeenschappelijke pater patriae van zowel  de noordelijke als de zuidelijke Nederlanden. Hij was lange tijd kind ten huize en vertrouwensman van Keizer Karel geweest en aangesteld tot Stadhouder van Zeeland, Holland en Utrecht. Hij kwam, samen met de oud-Nederlandse adel,  den Vaderland getrouwe,  in opstand tegen diens zoon Filip II, koning van Spanje en Heer van de Nederlanden. De motieven waren grotendeels maar niet uitsluitend religieus. De reformatie en vooral de repressie ervan door de Spaanse Habsburgers hadden de Nederlanden verdeeld. Maar ook financiële motieven en het aantasten van de eeuwenoude vrijheden hadden tot de opstand geleid.

Willem, die thuis Lutheraans was opgevoed, was onder invloed van Keizer Karel tot de Rooms-Katholieke godsdienst overgegaan. Later, na een tweede huwelijk, omhelsde hij het calvinisme dat ondertussen de officiële godsdienst van de noordelijke provinciën was worden.

Willem de Zwijger, pater patriae van de Nederlanden …

Zijn verzet tegen de autoritaire politiek en de genadeloze inquisitie van Madrid, was oorspronkelijk niet gericht tegen de Spaanse koning maar tegen zijn vertegenwoordigers in de Nederlanden, van wie de bloedhertog Alva de meest gekende is. In het Wilhelmuslied van Marnix van Sint-Aldegonde, zegt Willem duidelijk dat hij de “koning van Hispaniën” altijd heeft geëerd en dus erkend als Heer van de Nederlanden. Zijn rechtmatig verzet was er gekomen als gevolg van wat hij beschouwde als de schending van de fundamentele vrijheden en voorrechten van de Zeventien Provinciën uit de Bourgondische erfenis van de Habsburgers.  Zo in het Wilhelmus:

6. Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God mijn Heer,
op U zo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmermeer.
Dat ik doch vroom mag blijven,
Uw dienaar t’aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.
10. Niets doet mij meer erbarmen
in mijnen wederspoed
dan dat men ziet verarmen
des Konings landen goed.
Dat u de Spanjaards krenken,
o edel Neerland zoet,
als ik daaraan gedenke,
mijn edel hart dat bloedt.
15. Voor God wil ik belijden
en zijner groten macht,
dat ik tot genen tijden
den Koning heb veracht,
dan dat ik God den Heere,
der hoogsten Majesteit,
heb moeten obediëren
in der gerechtigheid.

Na 1830 werd die realiteit helemaal verdraaid en geplaatst in een belgo-katholiek perspectief. De Oranjes waren de baardige duivels die de gehele Nederlanden wilden verprotestantsen. Niets was echter minder waar, Willem was gedurende heel zijn leven een toonbeeld van verdraagzaamheid geweest. De onverdraagzaamheid was in het ander kamp te zoeken. De moordenaar van Willem heeft van de paus zelfs de absolutie gekregen voor zijn daad en het heeft maar weinig gescheeld of hij werd in Rome ook nog heilig verklaard!

Natuurlijk moeten we die gebeurtenissen in de tijdsgeest zien. Maar die tijdsgeest werkte vier eeuwen later nog altijd door! Toen ik op de lagere school zat in de jaren 1950, werd Filips II en Alva nog altijd als goede katholieken voorgesteld die België behoed hebben voor het oprukkend protestantisme uit het Noorden. Men vergat er wel bij te zeggen dat de reformatie eigenlijk in onze streken is ontstaan van waaruit ze naar het Noorden is opgerukt, met als gevolg dat heel wat valabele streekgenoten mee naar het Noorden zijn uitgeweken waar ze de volkskracht hebben versterkt en de gouden eeuw van de Republiek voorbereid.

Het imago van de slechte, gereformeerde Willem van Oranje versus de goede, katholieke Spaanse monarch, dat ontstond tijdens de contrareformatie, werd onmiddellijk na 1830 opnieuw opgepoetst in de periode van het unionisme en nadien verder in stand gehouden door de belgicistisch gezinde kerkelijke hiërarchie. Er bestond toen niet alleen zoiets als een Mechelse catechismus voor het geloof, er was ook een katholieke vaderlandse geschiedschrijving voor het lager en middelbaar onderwijs die grosso modo kaderde in de Belgische geschiedschrijving van Pirenne. Elk jaar kregen we op de lagere schoolbanken  die vertekende geschiedenis opnieuw voorgeschoteld. Het was voor mij een hele openbaring toen ik jaren later, op advies van de toenmalige geschiedenisleraar aan het college van Oostende, de biografie van Willem de Zwijger van de Engelse historica C.V. Wedgwood[1] heb gelezen. Ik herinner mij dat ik dat boek in een paar dagen tijd echt heb verslonden. De Willem de Zwijger met het masker uit de lagere schooltijd ebde weg en de echte Zwijger kwam ten tonele.

Een grote spijt: dat zijn nazaat Willem I tussen 1815 en 1830 niet wat wijzer was geweest en hierdoor zoveel kansen voor gemeenschappelijke Nederlanden heeft verkeken.

 


[1] WEDGWOOD (C.V), William the Silent, Londen, 1944; in Nederlandse vertaling als Willem de Zwijger bij Elsevier Pockets, 1963, 222 blz.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>