Eric Zemmour
Le suicide français
Albin Michel 2014
534 p.
Mei 1968 vormt een breuklijn in de recente Franse geschiedenis. De Gaulle nam pas ontslag in april 1969 maar na de revolte van mei 1968, uitgelokt door de studenten en waarop arbeiders, syndicaten en linkse politieke partijen nadien inspeelden, was de Gaulle niet meer dezelfde als voorheen. “Dix années, ça suffit”, klonk het toen.
In de periode van 1958 tot 1968, de jaren dat de Gaulle echt het beleid bepaalde, streefde de Franse rechtse meerderheid naar een maximum aan autonomie en onafhankelijkheid t.o.v. andere landen en/of internationale instanties.
“Europa” was toen nog de EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) en niet de Euromarkt of de Europese Unie, de vrijhandelsassociatie die het na het toetreden van de Britten meer en meer geworden is. De Gaulle had de toetreding van Groot-Brittannië consequent tegengehouden maar na zijn aftreden en overlijden (1970) hebben zijn opvolgers Pompidou, Giscard en Mitterrand duidelijk het geweer van schouder veranderd.
Zelfde streven van de Gaulle naar onafhankelijkheid op militair en diplomatiek vlak: uitbouw van een eigen atoom strijkkracht (Force de frappe) en het eigen militair apparaat dat onttrokken werd aan het overkoepelend commando van de NATO. Eigen koers los van de VS i.v.m. de buitenlandse politiek, met o.a. de erkenning van de Chinese Volksrepubliek.
Het verlenen van de onafhankelijkheid aan Algerije was doelbewust. De Gaulle wist dat als Algerije bij Frankrijk zou blijven en de inheemse bevolking de Franse nationaliteit zou krijgen, het Franse volksdeel in de kortst mogelijke tijd zijn eigen identiteit zou kwijtspelen. Bovendien zou het optrekken van de welstand van de Algerijnen op het niveau van het moederland, onbetaalbaar geweest zijn en in het nadeel uitgevallen van de andere prioriteiten van de Gaulle, nl. defensie en zijn “politique de grandeur”.
Onder de Gaulle bleven contraceptie en abortus verboden om de aangroei van de Franse bevolking niet af te remmen en zo geen beroep te moeten doen op immigranten.
Na de Gaulle is alles vlug bergaf gegaan. Dit is zowel de schuld van de rechtse als van de linkse regeringen die na hem zijn gekomen.
Onder Pompidou werd de contraceptie toegestaan en Giscard legaliseerde abortus (IVG), wat allebei nadelig was voor de natuurlijke aangroei van de autochtone Franse bevolking. Omwille van de arbeidsduurvermindering en door het feit dat vele Franse het vuile werk zelf niet meer wilden doen, werd de immigratie gestimuleerd en werd de populatie zo op peil gehouden. Allochtonen namen de plaats in van de Franse arbeiders in de woonkazernes van de banlieues. Voordien speelde de Parti Communiste (PC) daar nog een omkaderende en regulerende rol die helemaal wegviel na het massaal vertrek van de Franse arbeiders uit de voorsteden en dat bovendien samenviel met de val van het communisme in Rusland. Daarmee was ook op politiek vlak de rol van de PC uitgespeeld.
Als gevolg van de mondialisering van de economie kwam het Frans industrieel weefsel in vreemde handen: de staalindustrie in Indische handen, Airbus in Duitse, de auto-industrie (Renault met Louis Schweitzer bv., nochtans van linkse signatuur) werd eerst opnieuw geprivatiseerd en vertrok nadien naar de lage loonlanden. In Frankrijk bleef enkel assemblage over.
De uitbouw van Europa na het Verdrag van Maastricht betekende de genadeslag voor de nationale autonomie: de Schengenzone maakte grenscontrole overbodig wat een overrompeling van “sans papiers” tot gevolg had, de Euro maakte een eigen nationale financiële en economische politiek, protectionisme en devaluatie onmogelijk, het Europees Hof stelde zich boven de nationale wetgeving, het Europees Parlement maakte de wetten in Brussel, kiezers hadden weinig of geen pak op de Europese commissarissen en bureaucraten die in hoge mate aan democratische controle ontsnappen.
Dit zijn maar enkele items. Verder komen de laïcité, de shoah, het statuut van de Israëlieten binnen de Franse Republiek, de Duitse eenmaking in 1990 en zelfs de sport aan bod, en … nog zoveel meer. In het totaal tachtig items, chronologisch geordend. Het is geenszins de bedoeling om hier volledig te zijn …
Ook de controverse rond Vichy rakelt Zemmour op. In tegenstelling tot zijn voorgangers, was Jacques Chirac de eerste president die de verantwoordelijkheid van de Franse Staat bij de deportatie van de Joden heeft erkend. Zelfs de linkse François Mitterrand – zelf gecompromitteerd met het regime van Vichy – had dit altijd geweigerd. Door die erkenning heeft Chirac het regime van Petain en van de regering in Vichy gelegitimeerd. Voordien werd altijd volgehouden dat Vichy het echte Frankrijk niet was en onder de laars van de nazi’s zat. De Franse politie was onder dwang het knechtje van SS en Gestapo geweest. Door de medeverantwoordelijkheid van Vichy in de Jodenvervolging te erkennen, gaf Chirac toe dat Vichy wel degelijk het officiële Frankrijk was. En van A komt B. Dit impliceert dat de Gaulle en het verzet in Londen niet de echte vertegenwoordigers van Frankrijk waren, … wat de Gaulle en de gaullisten natuurlijk in hun hemd zet.
Zemmour geeft ook staaltjes van hoe het Frans taalgebruik door de zgn. progressieve krachten wordt gemanipuleerd. Zo komt het dat men niet langer spreekt van “illegalen”, maar van “sans papiers”. Op die manier creëert men de indruk dat de “illegalen” hier niet onwettelijk verblijven, maar dat de fout bij de overheid ligt die hen niet tijdig de nodige documenten of papieren heeft bezorgd.
Zemmour kiest niet openlijk partij voor Marine Le Pen en het Front National. Maar door te hameren op wat er de laatste vijftig jaar allemaal verkeerd is gelopen, zowel onder links als onder rechts bestuur, speelt hij wel in op de latente ontevredenheid en ongerustheid onder de burgers die gevaarlijk explosief kunnen worden na aanslagen zoals we die de laatste weken hebben meegemaakt. Dat bij verkiezingen de stembusuitslag volledig door elkaar kan worden geschut, laat niet de minste twijfel. Zeker niet met het Franse kiessysteem dat berust op een eenvoudige meerderheid in de tweede ronde. Denken we maar aan de presidentsverkiezingen van 2002 toen in de eerste ronde Lionel Jospin werd voorbijgestoken door vader Le Pen. In de tweede ronde ging het dan tussen Le Pen en Chirac en moesten de Fransen kiezen tussen een “facho” (fascist) en een “escroc” (“schurk” die voordien als burgemeester van Parijs vrijgestelden van eigen partij had betaald met geld uit de stadskas en waarvoor een proces boven zijn hoofd hing). Uiteindelijk werd “l’escroc” herkozen met de steun van … links.
Vraag is of alles wat Zemmour vertelt en beweert wel waar is. Kan hij correcte en volledige informatie bezitten over zulke uiteenlopende en complexe materies? Is hij echt zo belezen en ingewijd in “het geheim der goden”? We hebben eerder de indruk dat het boek in samenwerking met anderen is tot stand gekomen, zeker de informatiegaring.
Dit neemt niet weg dat het boek een kaskraker is in Frankrijk. De Fransen zijn duidelijk op zoek naar een verklaring voor de huidige malaise. Noch linkse noch gematigd rechtse regeringen waren overtuigend en hebben een antwoord gegeven op de vele problemen waarvan de Fransman wakker ligt: de verstikkende immigratie en het geweld dat ermee gepaard gaat, de slechte economische vooruitzichten, de hoge werkeloosheid, de delokalisatie van de industrie, de mondialisering, de druk vanuit Europa, …
Dit alles is niet in één dag gekomen. Hoe het zover is kunnen komen, hoe Frankrijk zichzelf kapot heeft gereden, dat vertelt Zemmour in Le suicide français.
© John Aspeslagh