West-Vlamingen in de Nederlandse Tweede Kamer (1815 – 1830)

Eerste deel van bijdrage verschenen in Biekorf van maart 2015

Hun beperkte biografieën verschenen in Biekorf van juni 2015

Leonard du Bus de Gisegnies

Tweehonderd jaar geleden, op 21 september 1815, had niet in Den Haag maar in de gotische zaal van het Brusselse stadhuis de plechtige installatie van de Staten-Generaal plaats. Willem I (1772-1843)[1] hield er een openingstoespraak in het Nederlands waarin hij herinnerde aan de bloeiperiode van de Nederlanden onder  Karel V.  De vorst begaf zich daarna naar het Koningsplein om de eed op de grondwet af te leggen. De voorzitters van Eerste en Tweede Kamer kwamen vervolgens aan de beurt[2]. Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden was geboren. Van het koningschap van Willem I onthouden we voornamelijk de opleving van de economie en de handel in onze gewesten, zijn inspanningen om, los van de invloed van de Kerk, degelijk onderwijs te organiseren en natuurlijk ook zijn maatregelen om, na bijna een kwarteeuw Franse overheersing, van het Nederlands weer de bestuurstaal te maken in het Diets gedeelte van de zuidelijke Nederlanden.

Het bewind van Willem I zette veel kwaad bloed. Het Zuiden, met een grotere bevolking, kreeg in de Tweede Kamer maar evenveel zetels als het Noorden; het taalbeleid van de vorst, het inperken van de persvrijheid en de hoge belastingdruk joegen veel mensen tegen hem in het harnas. De vijandigheid van de katholieke geestelijkheid t.o.v. de onderwijspolitiek van de protestantse koning wakkerde het verzet aan. De slechte oogst van 1829 en 1830, de werkloosheid als gevolg van de mechanisering van de nijverheid, de rechtszaken ingespannen tegen journalisten en het voorbeeld van de liberale julirevolutie in Parijs, zetten een gewelddadige volksbeweging in gang, gemanipuleerd door naar Parijs uitgeweken Zuid-Nederlanders. In enkele weken tijd eindigde de mooie droom uit 1815. De Zuidelijke elite die de weldaden van het beleid van Willem I had ondervonden, bleef overwegend trouw aan de eed die ze aan hun “goede koning” had gezworen en dacht tot ver in de jaren 1840 met heimwee terug aan het “verloren koninkrijk”. De hoop op een herstel werd met de jaren hypothetischer, zeker nadat Willem I zich in 1838 akkoord verklaarde met het Verdrag der XXIV artikelen[3]. Dit is in het kort de teneur van de publicatie die Els Witte liet verschijnen in het vooruitzicht van tweehonderd jaar Verenigd Koninkrijk[4].

Hoe zat het in West-Vlaanderen. Wie waren tussen 1815 en 1830 onze afgevaardigden in de Tweede Kamer? Wat weten we over hen en hoe hebben ze gereageerd op de gebeurtenissen?

Lees de volledige bijdragen in het tijdschrift  Biekorf van maart en juni 2015

Biekorf, West-Vlaams Archief voor Geschiedenis, Archeologie, Taal- en Volkskunde

www.tijdschriftbiekorf.be


[1] Biografieën van Willem I: H.T. COLENBRANDER, Willem I. Koning der Nederlanden, twee delen, Amsterdam, 1931-1935, degelijk maar verouderd; Y. SCHMITZ, Willem I, Koning van Noord en Zuid, een meer populariserende biografie in Franse versie verschenen in 1945 en in het Nederlands in 1966 bij Heideland, Hasselt; J. KOCH, Koning Willem I 1772-1843, Amsterdam, 2013. Dit laatste werk verscheen in het kader van 200 jaar Koninkrijk der Nederlanden. Voor de staatkundige en politieke evolutie, zie ook N.C.F. VAN SAS, De metamorfose van Nederland. Van oude orde naar moderniteit, 1750-1900, Amsterdam, 2004 en ook digitaal te lezen (http://www.dbnl.org/tekst/sas_003meta01_01/colofon.php)

[2] Y. SCHMITZ, o.c., p. 97.

[3] Aanpassing van Het verdrag der XVIII artikelen uit 1831. Op 19 april 1839 volgde de definitieve ondertekening in Londen van het Verdrag der XXIV artikelen (ook gekend als het Verdrag van Londen) waardoor Maastricht, Limburg over de Maas en Duits Luxemburg definitief niet bij België kwamen.

[4] E. WITTE, Het verloren Koninkrijk 1828-1850. Het harde verzet van de Belgische orangisten tegen de revolutie, Antwerpen, 2014. In haar studie van bijna 700 blz werkt Els Witte verder de inzichten uit die Luc François uiteengezet had in zijn bijdrage ‘Van vurige en koele minnaars. Het orangisme in België in de negentiende eeuw in: De negentiende eeuw, jaargang 23 (1999), p. 37-45.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>