Romain Vanlandschoot
Tielt, Lannoo 2014
616 p.
Deze lijvige en heel complete biografie zou kunnen doorgaan als een dubbele of zelfs driedubbele biografie. Hugo Verriest, de West-Vlaamse priester, is uiteraard de centrale figuur maar ook Guido Gezelle en Albrecht Rodenbach worden voortdurend opgevoerd. Gezelle was de leraar van Verriest in het Roeselaarse Klein Seminarie en Albrecht Rodenbacht was er zijn leerling. Het Klein Seminarie komt voortdurend terug want het is de plaats waar de drie elkaar hebben ontmoet en waar vriendschap voor het leven werd gesmeed.
Toch zien we dat Verriest ideologisch dichter staat bij zijn leerling dan bij zijn leraar. De vriendschap tussen Gezelle en Verriest werd wel nooit verbroken, maar kende wel enkele dipjes. De bewondering van Verriest voor zijn oude meester bleef al die jaren ongerept. Ze waren het wel niet eens over het West-Vlaams als standaardtaal . Waar Gezelle opteerde voor het West-Vlaams model, trok Verriest resoluut de kaart van het algemeen Nederlands en voor aansluiting met het Noorden. Het particularisme van Gezelle was bovendien door ideologische motieven ingegeven, nl. de vrees dat de protestantse invloed vanuit het Noorden het katholieke Vlaanderen zou overspoelen.
Gezelle was op de eerste plaats dichter en literator, taal kwam voor alles. Verriest daarentegen besefte maar al te goed dat de Vlaamse ontvoogdingstrijd meer was dan een taalstrijd, dat het ook een sociale strijd was. Er moest een Vlaamse elite ontstaan als tegenpool voor de verfranste bourgeoisie in Vlaanderen. Studeren moest van laag tot hoog in de volkstaal kunnen, de taal was een middel tot ontvoogding en tot volksverheffing. Vandaar ook de steun van Verriest aan de democratische en Vlaams-vriendelijke elementen binnen de Katholieke partij.
Een ander opmerkelijk verschil met Gezelle was de ruimdenkendheid van Verriest, zijn openheid, vandaag zouden we van pluralisme spreken. Verriest onderhield intense contacten met andersdenkenden en vrijzinnigen. Een aantal Hollandse protestanten vonden de weg naar de pastorie van Ingooigem en waren er kind aan huis. Verriest was ook lid van de Vlaamse Academie voor Taal en Letterkunde die toen al pluralistisch was samengesteld.
Geen wonder dat Verriest regelmatige tegen de bisschoppelijke lamp liep en niet tegen één lamp maar tegen de opeenvolgende lampen van Malou, Faict en Waffelaert. Volgens deze doorluchtige heren moest de elitevorming verlopen via de Franse taal en stonden de bisschoppelijke colleges op de eerste plaats in dienst van de opleiding van kinderen uit de hogere verfranste klasse die moesten worden voorbereid op hun toekomstige rol als verdedigers van het katholiek establishment. Het was immers de katholieke partij die de belangen van de Kerk behartigde in een periode waarin katholieken en liberalen in een hevige ideologische strijd voor de suprematie waren gewikkeld. De colleges moesten roepingen verwekken, was het niet voor het priesterschap dan wel voor een electoraal mandaat ter verdediging van de katholieke ideologie. Die katholieke elite moest sterk genoeg staan om de strijd aan te gaan met de vrijzinnigheid en het verderfelijk ideeëngoed van het liberalisme. Verriest en zijn tijdsgenoten werden heen en weer geslingerd tussen de Syllabus errorum, de opsomming van de moderne dwalingen, en Rerum novarum, het prille begin van de christendemocratie en de ontvoogding van de werkmens.
Doorheen het leven van deze drie Vlaamse voorvechters krijgen we ook zicht en inzicht in het tijdsgebeuren en de tijdsgeest. We maken kennis met de grote namen uit de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en maken de geboorte mee van een eigen Vlaamse kwalitatieve literatuur.
Een heel gedetailleerd en erudiet werk gebaseerd op de immense background van de auteur en een fenomenale archiefverwerking, een must voor al wie belangstelling heeft voor de Vlaamse ontvoogdingsstrijd in de tweede helft van de 19de en de beginjaren van de 20ste eeuw.
Misschien ietwat te gespecialiseerd en te gedetailleerd voor de doorsneelezer, te weinig synthese en compactheid, soms te veel van hetzelfde verhaal zodat de lezer door de bomen het bos niet langer ziet.