Bijdrage verschenen in Biekorf
jaargang 2019, maart, pp. 86-89
In de bijdrage over de aardappelziekte[1] eerder verschenen in Biekorf, wijdt de auteur enkele regels aan de Torhoutse geneesheer René Van Oye, tevens leraar aan de plaatselijke Landbouwschool van de Staat opgericht in 1849 en overgeplaatst in 1860.
Toch even vermelden dat René de vader was van dichter-activist Eugeen Van Oye (1840-1926)[2] die zich na zijn studies als dokter in Oostende vestigde. Eugeen was ook de leerling aan wie Guido Gezelle Dien avond en die Rooze opdroeg. In zijn Lijdensgeschiedenis[3] – een soort van curriculum vitae – schreef Eugeen over zijn vader:
René van Oye, geneesheer, Prof. van Scheikunde, technologie en plantkunde aan de Staats- hoogere landbouwschool te Thorhout, stichter en opsteller met dr Jos. Ossieur (mijn moederlijken onkel), geneesheer te Roeselare, van de Annales médicales de la Fl[andre] occidentale.
Volgens een Kamerverslag[4] uit 1853, werd de Rijkslandbouwschool van Torhout vier jaar eerder opgericht op het gehucht “Berg-op-Zoom”, à une demi-lieue au nord de cette ville, entre le chemin de fer[5] de la Flandre occidentale et la grande route de Thourout à Bruges. In de jaren 1849-52 telde de school zesentwintig leerlingen en vijf leerkrachten, onder wie dokter René Van Oye, deeltijds leraar voor het vak Botanica waarvoor hij een jaarloon van 1500 BEF kreeg. De school bood landbouwonderwijs aan, zowel op “lager” (vandaag zouden we spreken van “secundair”) als op hoger niveau. Hoewel de schoolbevolking stabiel bleef, was het aantal leerkrachten verdubbeld tegen het einde van het decennium. In het verslag[6] voor het schooljaar 1858-59 vinden we de naam van René Van Oye terug. Zijn opdracht omvatte negen wekelijke lesuren, gespreid over zes beurten, voor de vakken Organische en anorganische chemie, Chemische ontledingen en Landbouwtechnologie. In het verslag wordt ook vermeld dat het vak Anorganische Chemie één van de vakken is die “het minst regelmatig werd gegeven”. Continue reading