Verschenen in ROMANESKE
Tijdschrijft Vlaamse romanisten Leuven, jg. 42 – 2018
Zoals het gebruikelijk was in die jaren, begon het academiejaar op de eerste maandag van oktober met een lesvrije dag. De meeste studenten waren zich op dat moment volop aan het installeren en gingen in de Universitaire Hallen het lijvige, tweetalige programmaboek afhalen met aan de ene zijde de Nederlandstalige collegeroosters en achterste voren de Franstalige UCL-pagina’s. Franstaligen en Vlamingen hadden dus allebei gelijk als ze beweerden dat de roosters van hun taalgroep vooraan in het programmaboek stonden!
Toen ik op die bewuste maandag in 1965 terugkeerde van de Hallen naar mijn kamer in de “Just” in de Minderbroedersstraat – eerstejaars kregen absolute voorrang voor een kamer in de “pedagogies” – liep ik even een ondertussen verdwenen tabakswinkel binnen in het straatje tussen de Oude Markt en Parijsstraat. De winkelierster onthaalde mij spontaan op een “Bonjour, monsieur. Vous désirez”? Dat die dame mij in de “eerste landstaal” aansprak, was voor mij geen struikelblok. Aan de kust waren we dat gewend. In het hoogseizoen werden we daar zelfs getrakteerd op volledige Franstalige zondagsmissen. En terwijl ik de bedenking maakte van “Tiens, is dat hier in Leuven ook zoals aan de kust”, hoorde ik de unitaire universiteitsbeiaard vrolijk “Keere weerom, Reuske, Reuske, Keere weerom Reuzegom” spelen. Continue reading