De Germanen en het christendom

Pierre Trouillez
Davidsfonds Leuven 2010
334 bladzijden

Een tijdje geleden postten we een tekst over Karel de Grote van Raoul Bauer. In het kader van de Davidsfonds Academie verzorgde de auteur ook een voordrachtenreeks over de periode en de figuur van deze keizer. Om de tijd waarin hij leefde beter te begrijpen, voelden we toen de nood aan meer informatie en duiding over de periode tussen het einde van het West-Romeinse Rijk en de dynastie van de Karolingers. Eigenlijk hadden we het werk van Pierre Trouillez vooraf moeten lezen want daarin wordt precies heel die periode in extenso behandeld met weliswaar het accent op de verspreiding van het christendom binnen de Germaanse stammen die zich op het territorium van het voormalig West-Romeinse Rijk hadden gesetteld.

Een eerste belangrijke vaststelling van Trouillez is dat de diocesane hiërarchie geleidelijk aan taken overnam van de burgerlijke overheid die was weggeveegd door de Germaanse invallen. De bisschop en zelfs de bisschop van Rome evolueerden in de richting van “bisschop-stadhouder” die zich verantwoordelijk voelde voor zowel het geestelijk als het lichamelijk welzijn van de verweesde Gallo-Romeinse bevolking. Continue reading