Hoger op naar deugd en wijsheid

NIEUWE PUBLICATIE OKTOBER 2013

Dertig jaar uit het rijke leven van een plattelandspensionaat
Kostschool en Landbouwhuishoudschool van Kortemark 1926 – 1956

Het Margareta-Maria-Instituut van Kortemark bestaat 175 jaar en dat wordt gevierd met tal van activiteiten het hele schooljaar 2013-14. Het is niet de eerste keer dat deze West-Vlaamse secundaire school haar jubileum viert. Ze feestte al in 1888, 1938 en 1988.

In 1988 publiceerde leraar Bernard Deneckere een gelegenheidsboek onder de titel 150 jaar Margereta-Maria-Instituut Kortemark 1824 – 1838 – 1988. In het jaar 1824 werd de kloostergemeenschap van de Zusters van de H. Vincentius van Kortemark gesticht. Kort daarop in 1838 openden de zusters een kostschool. Later stichtten ze bijhuizen in Haringe, Koksijde, Westende, Zandvoorde, Bredene, Uitkerke, Duinbergen en Westkapelle. Na de Eerste Wereldoorlog telde de congregatie 163 zusters en stond daarmee op de negende plaats van de vrouwelijke congregaties van het bisdom Brugge.

In 2013 jubileert onze school opnieuw. Opnieuw wordt weer een boek voorgesteld. Zeven jaar geleden begon voormalig directeur John Aspeslagh met de ordening en digitalisering van het schoolarchief tot rond 1958. Uit dit werk resulteert een publicatie die in oktober 2013 verschijnt als een lijvig boek.

Het boek telt meer dan 400 bladzijden en zo’n 370 afbeeldingen
en is op glanzend papier onder een verharde kaft gedrukt door
Lowyck & pluspoint uit Oostende.

Continue reading

Mijn jeugdherinneringen aan Oostende in de jaren 1950

Vader François Aspeslagh en zoon John aan het strand van Oostende rond 1953

Met deze reeks bijdragen wil ik een beeld ophangen van het leven te Oostende in de vijftiger jaren, zoals een jongen (° 1947) tussen 3 en 12 jaar het heeft meegemaakt en ervaren.

Oudere Oostendenaars zullen dit beeld misschien niet volledig herkennen. Geen wonder: de kijk van een kind is anders en beperkter. Het ziet vooral wat interessant is voor zijn leeftijd en bekijkt de wereld meestal ook door de bril van zijn ouders. Zijn blik is bovendien ook beperkt: hij kan enkel zien wat zijn ouders en hem toelaten te zien … Over milieus of plaatsen waar mijn ouders nooit kwamen, kan ik dus niets zeggen.

De jaren vijftig vallen voor mij samen met de kleuter- en lagere schooltijd. In 1950 werd ik drie jaar en was het stilaan tijd voor de kleuterschool. In september 1959 werd ik twaalf en moest ik de stap zetten naar het middelbaar. Voor Oostende begonnen de golden sixties, de periode van het burgermeesterschap van Jan Piers.

De kleine wereld die ik hier probeer terug in leven te roepen, is ruimtelijk en affectief gedetermineerd. Wij woonden eerst op de H. Hartwijk en verhuisden in 1953 naar St.-Jan. Vanaf dan bekeek ik Oostende vanuit die wijk. Ik kan ook geen abstractie maken van persoonlijke of familiale herinneringen die de tijd ondertussen zoet heeft gemaakt. Wel heb ik steeds gepoogd om de realiteit van toen zo objectief mogelijk te benaderen, evenwel met de beperkingen hierboven aangehaald. Ook heb ik nooit een dagboek bijgehouden. Mijn relaas kan dus enkel putten uit de herinneringen die mij na al die tijd zijn bijgebleven.

Herinneringen roepen ook andere op: meer dan eens kwam het voor dat ik tijdens het schrijven plots stootte op een feit, een indruk of een sfeer die nog sluimerden in mijn onderbewustzijn. Marcel Proust moet iets gelijkaardigs hebben ervaren wanneer hij zijn madeleinekoekje drenkte in een kopje thee. Mijn aandacht ging niet in de eerste plaats naar het stadsbeeld dat in die jaren nogal ingrijpend veranderde en door elkaar werd geschud. Het was immers de tijd van de wederopbouw en van het opkomend volkse toerisme. Veel belangrijker vond ik te vertellen hoe de Oostendenaars leefden, welke hun gewoonten waren, hoe zij hun tijd doorbrachten. Uiteraard val ik hier vooral terug op mijn familie en mezelf, zodat het Oostends leven in de vijftiger jaren op vele plaatsen inderdaad te herleiden is tot het Leven van een Oostendse jongen en zijn familie in de vijftiger jaren. Laat het in dit geval een exemplarisch sfeerbeeld zijn van lang vervlogen dagen zonder enige wetenschappelijke pretentie of voorafgaand bronnenonderzoek.

John Aspeslagh

Om alle 41 afleveringen te lezen, klik hieronder op de website van Stad aan Zee