Tussen de appartementsgebouwen van de Vlaanderenstraat ligt het negentiende-eeuws Ensorhuis met als overbuur de meer dan 30 verdiepingen van het Europacentrum. We kunnen niet spreken van een echt museum want de werken die er hangen zijn reproducties op ware grootte. Wel krijgen we een idee hoe de leefwereld van de schilder er uitzag in het begin van de 20ste eeuw. De bezoeker kan vrij rondlopen in dit burgerhuis en de ruimten bezoeken waarin James leefde en werkte. Voor de toegangsprijs moet je het zeker niet laten want voor een ticket betaal je € 1. Goedkoper kan het niet als je rekent dat het huis ook moet onderhouden en bewaakt worden. Continue reading
Author Archives: Siagrius
De Franse pers in de 19de eeuw
In 2011 verscheen bij de uitgeverij Nouveau Monde Editions een kanjer van 1755 bladzijden met als titel La civilisation du journal, histoire culturelle et littéraire de la presse française au XIXe siècle. Het is een collectief werk van een 60-tal medewerkers onder leiding van Dominique Kalifa, Philippe Régnier, Marie-Eve Thérenty en Alain Vaillant.
Het feit dat zoveel personen een bijdrage hebben verzorgd, verwijst al naar het zwak punt van dit werk, nl. het gebrek aan synthese en de vele herhalingen. Alle bijdragen zijn los van elkaar opgesteld met vele overlappingen (“redites“) als gevolg. Als groot pluspunt vermelden we in elk geval de volledigheid van het werk waardoor het een standaardwerk is geworden in zijn domein. Ook de index en de aanzienlijke bibliografie dragen daartoe bij. Toch spijtig van het onhandig formaat en de compacte druk. Continue reading
West-Vlaamse kapelletjes in devoties, legenden en verhalen
In het provinciaal Tolhuis[1] loopt nog tot 8 december een tentoonstelling over de West-Vlaamse kapelletjes die Valentin Degrande per gemeente heeft geïnventariseerd en opgenomen in een naslagwerk dat zeven volumes[2] omvat.
In het Tolhuis is de tentoonstellingsruimte eerder beperkt. Bovendien kan je niet verwachten dat één of ander van de zo talrijke kapelletjes uit West-Vlaanderen hier werd terug opgebouwd. Rijst dan de vraag hoe dergelijke tentoonstelling op te vatten en in te delen? De organisatoren kozen duidelijk voor een fotografische voorstelling van de meest in het oog springende kapelletjes. Veel meer keuze hadden ze ook niet. Maar hoe het fotografisch materiaal en de panelen klasseren? Continue reading
Van het atelier naar de kust
Van 20 oktober tot 13 januari 2013 loopt in het Cultuurcentrum Scharpoord in Knokke de tentoonstelling[1] Van het atelier naar de kust, een retrospectieve van het werk van kunstenaars die in de huidige fusiegemeente Knokke-Heist hebben gewerkt tussen 1880 en 1940.
Scharpoord is een prachtige locatie, ideaal voor tentoonstellingen maar ook met accommodatie voor toneelvoorstellingen, lezingen, demonstraties, enz. Het feit dat het centrum naast de stedelijke bibliotheek ligt, zorgt voor een extra dimensie. De uitnodigende cafetaria biedt gelegenheid voor sociaal contact en een gezellige babbel en wordt dan ook heel druk bezocht.
Voor Vlaanderen, volk en Führer van Aline Sax
Manteau, 2012, 422 p.
In de ondertitel omschrijft Aline Sax heel duidelijk het voorwerp van haar publicatie: “De motivatie en het wereldbeeld van de Vlaamse collaborateurs tijdens de Tweede Wereldoorlog 1940 – 1945″. Het gaat dus niet over de collaboratie in het algemeen, maar over de motieven die Vlaamse mannen en vrouwen in de collaboratie hebben gedreven.
Een andere beperking betreft de methode die ze voor haar onderzoek heeft gebruikt. Hiervoor gebruikte ze de briefwisseling met familieleden en kennissen van de collaborateurs die ze vond in de gerechtelijke dossiers bij het Krijgsauditoraat. Dit betekent dat collaborateurs die na de bevrijding niet werden lastig gevallen of van wie het dossier werd geseponeerd, niet voorkomen in de selectie die Aline Sax heeft gemaakt. Evenmin focuste ze op leidinggevende figuren uit de collaborerende kringen (politici of personen met leidinggevende functies, bv. officieren). Haar boek handelt dus over de gewone, modale, kleine vis. Continue reading
Andalucía of Al-Andalus, reisverhaal
Andalusië omvat de zuidelijke provincies van Spanje. De meest bezienswaardige steden zijn Granada, Córdoba en Sevilla. Specifiek voor deze streek is het rijk verleden, vooral de periode van de Moorse of musulmaanse overheersing (Al-Andalus) die op de hele streek haar stempel heeft gedrukt en, naast het aangenaam klimaat, de voornaamste verklaring is waarom zoveel toeristen naar hier komen. Andalucía is een stukje Noord-Afrika in Europa. Het zijn geen “ingeslapen” steden maar grote centra met respectievelijk ca 500 000, 300 000 en 700 000 inwoners!
In een tweetalig Spaans-Engels toeristisch blaadje uitgegeven door de stad Málaga lezen we:
“La provincia disfruta de un clima privelegiado durante toto el año, con una temperatura media de 18 grados. El verano se alarga cada año hasta bien entrado octubre, con temperaturas agradables que facilitán las visitas de sus lugares de interés[1]“.
De drie steden hebben elk hun eigen vlieghaven maar elke maatschappij vliegt doorgaans slechts op één van de steden. We kozen Brussels Airlines die vliegt op Málaga. De Airbus 320 deed er tijdens de heenreis twee uur en drie kwart over en zo’n half uur minder op de terugreis. Het temperatuur verschil tussen Brussel en Málaga is enorm: we stegen in België op bij hoogstens 15 graden en betrokken lucht en landden bij een subtropisch 30 à 32 graden en in een zonovergoten landschap. Continue reading
Wie kent Francisco de Pelsmaeker?
Toen we begin oktober een wandeling maakten door het centrum van Sevilla, botsten we toevallig op een straatje dat een Vlaams klinkende naam droeg: calle Francisco de Pelsmaeker. We vroegen ons af wat die de Pelsmaeker was komen zoeken of uitspoken in Andalucía en aan welke verdiensten hij te danken had dat zijn naam aan een straatje werd gegeven? Eerst dachten we dat het een Vlaamse monnik was die tijdens de Spaanse overheersing in Andalucía verzeild was en, wie weet, misschien als missionaris naar las Indias was vertrokken? Op Internet vonden we het antwoord alsook de missing link met Vlaanderen. Continue reading
Een alternatieve weg naar Walcheren en Middelburg
In een vorige post vertelden we over ons bezoek aan het mooie Middelburg. We namen toen de Westerscheldetunnel. Onlangs ontdekten we een alternatieve en meer toeristische weg naar de hoofdstad van Zeeland.
Wie denkt dat de veerboot tussen Breskens en Vlissingen niet meer operationeel is, is verkeerd. De veerdienst bestaat nog altijd maar de formule is niet meer dezelfde als voor de opening van de Westerscheldetunnel. Via Breskens kunnen enkel nog voetgangers en fietsers de oversteek maken. Catamarans kwamen in de plaats van de grote ferry’s van weleer. Continue reading
Koekuit wandelpad Moorslede
Moorslede ligt halfweg tussen Roeselare en Ieper en is niet te verwarren met Moorsele in het Kortrijkse. Het acht kilometers lang wandelpad[1] voert ons door de zandleemgronden van een nog voornamelijk agrarisch gebied. Veel bezienswaardigheden zullen we niet tegenkomen. Vandaag worden in de streek voornamelijk maïs, bloemkool, prei en suikerbieten geteeld. De akkerbouw uit de 19de eeuw maakte plaats voor intensieve vee- en groenteteelt. Van de 420 ha bos uit de 19de eeuw blijven amper een paar restanten over.
We vertrekken aan de brandweerkazerne (Kerkhofstraat) en nemen de Kouterweg vanwaar we bij helder weer zicht hebben op de kerktorens van Izegem, Beitem, Ledegem, Slypskapelle en vooral van de basiliek van Dadizele.
Argendaalwandeling in Bellegem
10,8 Km in één keer wandelen is wat veel. De route[1] uitgestippeld door de provincie West-Vlaanderen voorziet een verkort tracé en kan gemakkelijk in twee stukken worden opgedeeld. Het parcours verloopt langs de rijksweg Kortrijk – Doornik. Het tracé van onze eerste wandeling ligt praktisch volledig links van de rijksweg als men uit de richting Kortrijk komt. Spijtig dat er bij de start geen veilige en aangepaste parkeerplaats voorzien is zodat we verplicht zijn de wagen langs de drukke rijweg te plaatsen.
De wandelroute ontleent haar naam aan het gelijknamig bos dat verwijst naar het vijftiende-eeuws Goed Argendaele, dat “kwaad, onveilig oord” betekent, waar allerlei zaken gebeurden die best het licht niet zagen. Maar het bezoek aan het eigenlijk bos reserveren we voor het tweede deel van de wandeltocht.