In Flanders Fields

Na de Eerste Wereldoorlog bleef er van Ieper niet veel meer over dan een spookstad die steen voor steen werd terug opgebouwd. Nadien is Ieper de motor geworden van de blijvende herinnering aan de Eerste Wereldoorlog .  Wie kent er in de Angelsaksische wereld niet de Menin Gate of het museum In Flanders Fields ingericht op de eerste verdieping van de na 1918 herbouwde Lakenhalle? Deze twee locaties trekken jaarlijks duizenden toeristen die meer willen weten van wat zich in de streek tussen 1914 en 1918 heeft afgespeeld. In de straten is Engels zowat de tweede taal geworden en Ieper de place to be, niet alleen voor de Belgian chocolate maar vooral voor een dosis remembrance. Hoeveel Engelsen of onderdanen van het Commonwealth hebben hier geen familielid verloren en begraven op één van de vele militaire begraafplaatsen in de Westhoek? Ieper kijkt vooruit en werpt zich sindsdien op als Vredesstad. Het In Flanders fields museum speelt hierop in en wil vanuit de gruwel van de Eerste Wereldoorlog motiveren voor een wereld zonder oorlog, boodschap waarvoor ook de IJzertoren werd opgericht. Continue reading

Liefde en Devotie in het Gruuthusemuseum

In dit Brugs museum loopt nog tot 23 juni 2013 de tentoonstelling Liefde & Devotie opgezet rond het Gruut­huse­handschrift.

Dit manuscript werd rond 1400 in Brugge samengesteld en Egidius waer bestu bleven is wellicht het bekendste gedicht eruit. De naam Gruuthusehandschrift verwijst naar Lodewijk van Gruuthuse (ca. 1422-1492), een edelman die raadgever van de Bourgondische hertogen was. Hij woonde in het huidig museumgebouw waar hij een omvangrijke bibliotheek bezat. Een binnenraam van de bidkapel van Gruuthuse geeft uit op het koor van de Onze-Lieve-Vrouwekerk zodat de bewoners van in hun woning de kerkelijke diensten konden bijwonen. Continue reading

L’Océan, het hospitaal van koningin Elizabeth

In het cultuurhuis De Scharbiellie in De Panne, loopt nog tot 14 april – onder de benaming Het hospitaal van de koningin – de tentoonstelling over het militair hospitaal L’Océan en het dagelijks leven in deze kustgemeente tijdens de Eerste Wereldoorlog.

De tentoonstelling bestaat hoofdzakelijk uit fotografisch materiaal dat prachtig wordt gepresenteerd in de luchtige en gezellige ruimte van dit modern en aangenaam ingericht cultuurhuis.

Het overgrote deel van de documenten heeft uiteraard betrekking op het hospitaal L’Océan gelegen aan de dijk van De Panne. Dit fotografisch en ander materiaal bevinden zich in de grote gelijkvloerse ruimte waar ook een operatiekwartier uit de oorlogsjaren is gereconstrueerd met authentiek chirurgische instrumenten en materiaal voor wondverzorging. Dat de gemeente De Panne hierin een centrale rol speelde, is uiteraard te verklaren door het feit dat het “vrije België” zich in die jaren beperkte tot het niet overstroomd gebied binnen het IJzerbekken. Continue reading

“De jaren twintig” van Victor Servranckx nog tot 6 januari 2013

In het Provinciaal Museum, Mu.Zee, aan de Romestraat in Oostende, loopt nog een hele maand de tentoonstelling van werken uit de eerste periode van Servranckx toen de kunstenaar overstapte van figuratieve naar abstracte kunst en nieuwe vormen van expressie.

Origineel is wel dat naast de kunstschilder en beeldkunstenaar nu ook een andere Servrackx wordt getoond, nl. de binnenhuisarchitect en de ontwerper. De man was dus heel veelzijdig.

Tussen 1920 en 1924 maakte Servranckx naar schatting zo’n 200 schilderijen en beeldhouwwerken. Uiteindelijk koos hij voor de geometrisch-abstracte stijl waarin hij bv. de moderne industriële samenleving verheerlijkte. In plaats van een werk te benoemen, gaf hij er dikwijls een serienummer aan, wat de indruk van lopendebandwerk moest geven. Continue reading

Geporseleinde kaarten in het Stadsmuseum van Oostende

Een zichtkaart precies uit porselein vervaardigd

In het Stadsmuseum van Oostende – de vroegere koninklijke residentie in de Langestraat – loopt nog tot eind december 2012 een tentoonstelling van Oostendse  geporseleinde kaarten[1].

Geporseleinde kaarten hebben niets met porselein te maken. Het waren gewone zichtkaarten die met een speciale soort olie werden bewerkt zodat ze geleken op porselein. In feite was het een druktechniek die populair was tussen 1840 en 1865: een steendrukprocédé of lithografie met verschillende kleuren waarbij soms goud, zilver of brons te pas kwamen. Continue reading

West-Vlaamse kapelletjes in devoties, legenden en verhalen

In het provinciaal Tolhuis[1] loopt nog tot 8 december een tentoonstelling over de West-Vlaamse kapelletjes die Valentin Degrande per gemeente heeft geïnventariseerd en opgenomen in een naslagwerk dat zeven volumes[2] omvat.

In het Tolhuis is de tentoonstellingsruimte eerder beperkt. Bovendien kan je niet verwachten dat één of ander van de zo talrijke kapelletjes uit West-Vlaanderen hier werd terug opgebouwd. Rijst dan de vraag hoe dergelijke tentoonstelling op te vatten en in te delen? De organisatoren kozen duidelijk voor een fotografische voorstelling van de meest in het oog springende kapelletjes. Veel meer keuze hadden ze ook niet. Maar hoe het fotografisch materiaal en de panelen klasseren? Continue reading

Van het atelier naar de kust

Van 20 oktober tot 13 januari 2013 loopt in het Cultuurcentrum Scharpoord in Knokke de tentoonstelling[1] Van het atelier naar de kust, een retrospectieve van het werk van kunstenaars die in de huidige fusiegemeente Knokke-Heist hebben gewerkt tussen 1880 en 1940.

Scharpoord is een prachtige locatie, ideaal voor tentoonstellingen maar ook met accommodatie voor toneelvoorstellingen, lezingen, demonstraties, enz. Het feit dat het centrum naast de stedelijke bibliotheek ligt, zorgt voor een extra dimensie. De uitnodigende cafetaria biedt gelegenheid voor sociaal contact en een gezellige babbel en wordt dan ook heel druk bezocht.

Continue reading

De “treurenden” van Dijon nog tot 19 augustus 2012 in het Brugs Sint-Janshospitaal – Tranen van liefde

De pleurants voor Jan Zonder Vrees zoals ze nu te zien zijn in Brugge

In de 15de eeuw ontstond aan het Bourgondisch hof de traditie om naast de praalgraven van de hertogen zogenaamde  “pleurants” in beeldhouwwerk te plaatsen. De bekende Haarlemnaar Klaas Sluter begon hiermee rond 1400 bij de graftombe van Filips de Stoute waar we een rouwstoet zien van wenende monniken die hun gelaat diep verbergen in de kappen van hun pij.

Klaas Sluter kreeg navolging. In 1443 begon Jean de la Huerta met de graftombe van Jan Zonder Vrees.  Antoine le Moiturier voltooide het werk rond 1470. De nu nog 37 overblijvende en fijn uitgewerkte figuurtjes in albast[1], zijn 30 cm hoog en stellen rouwende geestelijken, kartuizermonniken en ook hovelingen voor. Bijzonder lieflijk is het beeldje van een misdienaar die, gezien zijn nog prille leeftijd, in een kleiner formaat dan de rest is uitgebeeld. Beide tomben zijn te bewonderen in de Musée des Beaux arts van Dijon.

Omstreeks 1480 zou nog een gelijkaardig grafmonument voor Philippe Pot volgen dat momenteel bewaard wordt in het Musée du Louvre in Parijs.

Continue reading