Oostende in de verdediging

Oostende vóór de bezetting door de Duitsers
Tien weken om niet te vergeten
Begin augustus – half oktober 1914

Nadat de Oostendenaars van het oorlogsnieuws bekomen zijn en de eerste paniek van zich hebben afgezet, breken enkele weken aan waarvoor men vijfentwintig jaar later een naam zal vinden, de “drôle de guerre“. Begin augustus 1914 speelt de oorlog zich nog ver van de kust af. De ernst van de toestand dringt pas echt door als Luik, Brussel en Gent in handen van de vijand vallen. Alle hoop blijft gericht op de forten rond Antwerpen die de Duitse aanval definitief moeten afslaan.

Dag na dag komt de oorlog dichter. Niet alleen de vluchtelingen en de gewonden vinden de weg naar de kust, ook de Duitsers komen op verkenning in de kustprovincie. Eind augustus wordt de streek een eerste keer geconfronteerd met een vijandelijke voorhoede die teruggeslagen wordt aan de Snaaskerkebrug. Twee weken later is het weer prijs aan het Roggeveld, tussen Zarren en Esen. Het optimisme waarmee de kranten tot op het laatste moment de gebeurtenissen proberen te verslaan, wijkt meer en meer voor het pessimisme van de harde realiteit, zeker als Antwerpen valt en de regering naar Oostende vlucht. Als die na enkele dagen opnieuw vertrekt, is het duidelijk: de situatie is hopeloos. Het is nu nog een kwestie van enkele uren eer de Duitsers Oostende zullen bezetten. Op 15 oktober om half tien is het zover en het zal vier lange en bange jaren wachten zijn op hun vertrek. Continue reading

Oostende overspoeld door de vluchtelingen

Oostende vóór de bezetting door de Duitsers
Tien weken om niet te vergeten
Begin augustus – half oktober 1914

 

Op dinsdag 4 augustus valt Duitsland België binnen. De invallers ondervinden meer weerstand dan verwacht. De Luikse forten houden een tijdje stand. Eens Luik ingenomen, gaan de Duitsers vlug vooruit. In het westelijk deel van het land houdt men de toestand aan het front nauwlettend in het oog. Er zijn niet alleen de militaire operaties maar ook de wreedheden t.o.v. de burgerbevolking. De Duitsers verwijten Burgerwachten en inwoners dat ze achterhoedegevechten leveren, aan spionageactiviteiten doen en Duitse militairen beschieten. Meestal echter zijn het de Duitsers zelf die elkaar per ongeluk beschieten en ook Franse soldaten op de terugtocht. Het is algemeen bekend hoe de Duitsers reageerden: standrechtelijke terechtstelling van verdachten en van gijzelaars, in brand steken van huizen en gebouwen, enz. Daar kunnen de inwoners van Dinant, Aarschot, Leuven en nog andere locaties van mee spreken. Die wreedheden geraken niet alleen vlug bekend in het nog niet bezette deel van het land maar ook in het buitenland waar de sympathie voor “poor little Belgium” met de dag groeit.

Tussen 4 augustus en 15 oktober 1914 (de eerste dag van de bezetting van Oostende) verlopen zes weken van onzekerheid en paniek met als gevolg een enorme stroom vluchtelingen die zich beweegt van Oost naar West. Geleidelijk bereikt die mensenvloed de kustlijn van waaruit velen via Oostende naar Groot-Brittannië hopen te ontkomen. Tussen begin augustus en 13 oktober, de dag waarop de laatste maalboot de haven uitvaart, worden zo’n 80 000 vluchtelingen[1] naar Engeland verscheept, bijna het dubbele van de Oostendse bevolking van toen. Dit geeft een idee van de impact en de druk die van deze vluchtende mensenmassa uitging op de lokale bevolking en de voorzieningen. Er zouden nog meer mensen het kanaal hebben overgestoken als er voldoende schepen waren geweest en meer overvaarten mogelijk. Maar de maalboten worden op de eerste plaats voor troepentransporten ingezet en voor vervoer van gewonde militairen vanuit het belegerde Antwerpen. Zo komt het dat vele vluchtelingen tegen wil en dank in Oostende achterblijven en pas na de bezetting van de stad op eigen initiatief of door uitdrijving naar huis terugkeren. Continue reading

Oostende tijdens de Eerste Wereldoorlog: authentieke bronnen

Oostende vóór de bezetting door de Duitsers
Tien weken om niet te vergeten
Begin augustus – half oktober 1914

 

Vier jaar onder de klauwen der duitsche barbaren is de veelzeggende titel van het oorlogsdagboek dat gemeenteraadslid en dagbladuitgever Aimé Smissaert[1] publiceerde in De Duinengalm. De eerste aflevering verscheen in de editie van 1 december 1919 en de laatste – die van 17 november 1915, de 399ste oorlogsdag – in De Duinengalm van 24 december 1922. In de digitale GOD[2]-collectie zijn er in totaal 163 afleveringen beschikbaar. De Bibliotheek Kris Lambert van Oostende en het Flanders Fields Museum van Ieper bezitten fotokopieën van de 26 afleveringen[3] die daarop volgen. Er zijn twee hiaten: één van iets meer dan een jaar voor de periode van half september 1916 tot half oktober 1917 en een tweede voor de laatste oorlogsweken, van eind april tot aan de bevrijding van Oostende op 17 oktober 1918. Het heemkundig tijdschrift De Plate publiceerde de eerste zestig afleveringen[4]. Continue reading

Het seizoen 1914 in Oostende: de ‘beau monde’ ontvlucht de stad

Oostende vóór de bezetting door de Duitsers
Tien weken om niet te vergeten
Begin augustus – half oktober 1914

 

Eind juli is het aan de kust business as usual: prachtig weer, het seizoen draait op volle toeren en casino en schouwburg maken hun programmatie voor de komende winter bekend. Alleen maar goed nieuws in de mondaine badstad!

Een eerste donkere wolk verscheen in Le Carillon van 30 juni en 1 juli. We vinden er het verhaal van de moord op de Oostenrijkse aartshertogen die de anarchist Gavrilo Princip twee dagen eerder had gepleegd in Sarajevo. In Le Littoral, L’Echo en La Saison d’Ostende[1] gaat deze gebeurtenis ongemerkt voorbij. Continue reading

Käthe Kollwitz Koekelare

2014 … Honderd jaar geleden begon de eerste grote wereldbrand. België dat net als Nederland een neutrale toeschouwer had moeten zei, belandde ongewild midden in de brand. We voelen ons slachtoffer van een agressie en onze sympathie gaat op de eerste plaats uit naar zij die ons op dat moeilijk moment hebben gesteund, nl. Frankrijk en Groot-Brittannië. Maar misschien is het in een jaar van herinnering en herdenking  aangewezen om even over de muur te kijken bij de vroegere vijand. Ook daar zijn bij de kleine mens diepe wonden geslagen en het zou totaal verkeerd zijn om elke Duitser te beschouwen als een rabiaat militarist en een fanatieke aanhanger van der Kaiser.

De familie Kollwitz staat symbool voor het modale Duitse gezin dat net zoals zoveel andere Europese gezinnen in de oorlogsspiraal terecht kwam en meegezogen werd. Moeder Käthe (1867-1945) was kunstenares en vader arts. Ze woonden in Berlijn, in de wijk Prenzlauer Berg en hadden twee zonen, Peter en Hans. Peter was pas achttien toen hij zich als oorlogsvrijwilliger meldde. Hij sneuvelde al in de eerste oorlogsdagen, op 23 oktober 1914, in de omgeving van het Roggeveld, in de toenmalige gemeente Esen bij Diksmuide. Er moeten daar veel Duitsers gesneuveld zijn vermits later op die plaats een Duits Friedfhof werd aangelegd. Continue reading

Eten & drinken tijdens de Eerste Wereldoorlog

Nieuwe meesters, magere tijden
Eten & drinken tijdens de Eerste Wereldoorlog

Diane De Keyzer
Van Halewyck, 2013, 376 p.

“Eten en drinken” komt pas aan bod vanaf p. 139. In het eerste deel van dit hybride werk gaat het voornamelijk over de eerste weken na de Duitse inval. Als gevolg van de onrustwekkende berichten over de Duitse wreedheden in Dinant, Aarschot, Leuven en op andere plaatsen, komt een vluchtelingenstroom op gang. De aandacht van de auteur gaat vooral naar landgenoten die een toevlucht zoeken in Nederland en naar de manier waarop ze bij de Noorderburen worden opgevangen. Heel wat van die Belgen, vooral Antwerpenaren, komen al na enkele weken terug. Aan zij die vluchten naar Groot-Brittannië of naar Frankrijk echter, besteedt de auteur veel minder aandacht, om precies te zijn, 5 bladzijden op een totaal van 73 … wat disproportioneel is. Wie bij onze bondgenoten terecht kwam, bleef er wel tot na de Wapenstilstand.

De eerste oorlogsweken – met troepenbewegingen en vluchtelingenstromen – werden al heel uitvoerig beschreven in recente publicaties[1]. Bovendien wijkt journaliste Diane De Keyzer in die eerste bladzijden af van het eigenlijk onderwerp zoals geëxpliciteerd in de ondertitel van haar publicatie, nl. de binnenlandse voedselproblematiek tijdens de Eerste Wereldoorlog. Continue reading

De Groote Oorlog

De Groote Oorlog
Het koninkrijk België tijdens de Eerste Wereldoorlog

Sophie De Schaepdrijver
Houtekiet – Atlascontact
1997 – 2013 (2de druk)

Als onderliggende titel koos Sophie De Schaepdrijver Het koninkrijk België tijdens de Eerste Wereldoorlog, wat, met een tussentijd van meer dan twintig jaar, een echo lijkt van Vlaanderen tegenover België in de Eerste Wereldoorlog, ondertitel gekozen door Lode Wils voor zijn werk Flamenpolitik en aktivisme uit 1974. Duidelijk een ander uitgangspunt!

In één van haar eerste hoofdstukken, behandelt De Schaepdrijver de misdaden begaan door de Duitsers tijdens de eerste oorlogsweken. Deze gebeurtenissen lazen we al eerder in het werk van John Horne en Alan Kramer[1] dat in zijn Engelse versie dateert van 2001. Vandaar ons vermoeden dat deze Ierse auteurs heel wat informatie gehaald hebben uit het vier jaar eerder verschenen werk van De Schaepdrijver. Continue reading

De Belgische staat heeft het moeilijk met zijn oorlogsverleden

Nu de herdenking van de Eerste Wereldoorlog in de startblokken staat, vragen familieleden van een handjevol piotten dat de Belgische staat zijn verontschuldigingen zou aanbieden voor hun terechtstelling wegens vermeende vaandelvlucht en/of insubordinatie. Er waren blijkbaar wel meer militairen die zich daaraan bezondigd hadden maar die – gelukkig voor hen – nooit voor een executiepeloton werden gezet. Dat de krijgsraden overhaast tewerk gingen, staat als een paal boven water want voorbeelden stellen was toen noodzakelijk om de discipline erin te houden. Dat die “krijgshoven te velde” een loopje namen met procedure en rechten van de verdediging, staat evenzeer vast. Zo was er achter de IJzer ook nooit sprake van een beroepsprocedure. Zouden die jongens ooit volledig beseft hebben wat hen boven het hoofd hing? Waarschijnlijk werd de procedure grotendeels of volledig in het Frans doorlopen en was het “pour les Flamands, la même chose”. De vooruitgang van de wetenschap, in het bijzonder de psychologie, maakte ondertussen duidelijk dat desertie niet automatisch synoniem is van lafheid maar een proces is dat zich in de menselijke geest afspeelt als gevolg van doorstane angsten, maandenlange ontberingen, missen van familie en geliefden. Wat er in de geest van die sukkelaars omging, konden fanatieke en bevooroordeelde officieren in een tijdspanne van enkele minuten onmogelijk objectief beoordelen. Continue reading

In Flanders Fields

Na de Eerste Wereldoorlog bleef er van Ieper niet veel meer over dan een spookstad die steen voor steen werd terug opgebouwd. Nadien is Ieper de motor geworden van de blijvende herinnering aan de Eerste Wereldoorlog .  Wie kent er in de Angelsaksische wereld niet de Menin Gate of het museum In Flanders Fields ingericht op de eerste verdieping van de na 1918 herbouwde Lakenhalle? Deze twee locaties trekken jaarlijks duizenden toeristen die meer willen weten van wat zich in de streek tussen 1914 en 1918 heeft afgespeeld. In de straten is Engels zowat de tweede taal geworden en Ieper de place to be, niet alleen voor de Belgian chocolate maar vooral voor een dosis remembrance. Hoeveel Engelsen of onderdanen van het Commonwealth hebben hier geen familielid verloren en begraven op één van de vele militaire begraafplaatsen in de Westhoek? Ieper kijkt vooruit en werpt zich sindsdien op als Vredesstad. Het In Flanders fields museum speelt hierop in en wil vanuit de gruwel van de Eerste Wereldoorlog motiveren voor een wereld zonder oorlog, boodschap waarvoor ook de IJzertoren werd opgericht. Continue reading

L’Océan, het hospitaal van koningin Elizabeth

In het cultuurhuis De Scharbiellie in De Panne, loopt nog tot 14 april – onder de benaming Het hospitaal van de koningin – de tentoonstelling over het militair hospitaal L’Océan en het dagelijks leven in deze kustgemeente tijdens de Eerste Wereldoorlog.

De tentoonstelling bestaat hoofdzakelijk uit fotografisch materiaal dat prachtig wordt gepresenteerd in de luchtige en gezellige ruimte van dit modern en aangenaam ingericht cultuurhuis.

Het overgrote deel van de documenten heeft uiteraard betrekking op het hospitaal L’Océan gelegen aan de dijk van De Panne. Dit fotografisch en ander materiaal bevinden zich in de grote gelijkvloerse ruimte waar ook een operatiekwartier uit de oorlogsjaren is gereconstrueerd met authentiek chirurgische instrumenten en materiaal voor wondverzorging. Dat de gemeente De Panne hierin een centrale rol speelde, is uiteraard te verklaren door het feit dat het “vrije België” zich in die jaren beperkte tot het niet overstroomd gebied binnen het IJzerbekken. Continue reading