Liefde en Devotie in het Gruuthusemuseum

In dit Brugs museum loopt nog tot 23 juni 2013 de tentoonstelling Liefde & Devotie opgezet rond het Gruut­huse­handschrift.

Dit manuscript werd rond 1400 in Brugge samengesteld en Egidius waer bestu bleven is wellicht het bekendste gedicht eruit. De naam Gruuthusehandschrift verwijst naar Lodewijk van Gruuthuse (ca. 1422-1492), een edelman die raadgever van de Bourgondische hertogen was. Hij woonde in het huidig museumgebouw waar hij een omvangrijke bibliotheek bezat. Een binnenraam van de bidkapel van Gruuthuse geeft uit op het koor van de Onze-Lieve-Vrouwekerk zodat de bewoners van in hun woning de kerkelijke diensten konden bijwonen. Continue reading

Argendaalwandeling in Bellegem – deel twee

De weersomstandigheden waren vorig najaar niet meer zo gunstig zodat we het tweede deel van de Argendaalwandeling pas dit voorjaar hebben kunnen afmaken. Uiteraard in een heel verschillend landschap: overal wordt de grond in gereedheid gebracht en beploegd, langs alle kanten kunnen we heel ver kijken terwijl op het einde van de zomer de maïsvelden het gezichtsveld her en der sterk beperkten. Een nadeel is dat de wandelaars voortdurend plaats moeten maken voor de talrijke landbouwmachines die op zo’n stralende lentedag heel druk in de weer zijn.

We kwamen met de wagen vanuit de richting Kortrijk en startten dit keer rechts van de Doornikserijksweg, aan de kruising met de Leuzestraat waar je veilig de wagen kunt achterlaten. Continue reading

Atomium 55 jaar later

Bij de babyboomgeneratie is de herinnering aan Expo 58 nog levendig. De nostalgie naar de kinderjaren zal hierbij wel meespelen. Het Atomium is het meest prestigieuse restant van de Wereldtentoonstelling 1958 en werd een aantal jaar geleden opgefrist en gerenoveerd.

Toen we eerder deze week voor een bezoekje naar de Heizel trokken, was het met hoog gespannen verwachtingen. Alhoewel respectievelijk van bouwjaar 1953 en 1947, hadden mijn vrouw en ik met school of met onze ouders Expo 58 bezocht maar om één of andere reden waren we nooit tot in het Atomium geraakt. Was het toen te druk? Of te kostelijk? Het is gissen. In elk geval, 55 jaar na de opening van het Atomium, hebben we donderdag laatst dan eindelijk een bezoek gebracht aan wat doorgaat als de Brusselse evenknie van de Eiffeltoren. Continue reading

L’Océan, het hospitaal van koningin Elizabeth

In het cultuurhuis De Scharbiellie in De Panne, loopt nog tot 14 april – onder de benaming Het hospitaal van de koningin – de tentoonstelling over het militair hospitaal L’Océan en het dagelijks leven in deze kustgemeente tijdens de Eerste Wereldoorlog.

De tentoonstelling bestaat hoofdzakelijk uit fotografisch materiaal dat prachtig wordt gepresenteerd in de luchtige en gezellige ruimte van dit modern en aangenaam ingericht cultuurhuis.

Het overgrote deel van de documenten heeft uiteraard betrekking op het hospitaal L’Océan gelegen aan de dijk van De Panne. Dit fotografisch en ander materiaal bevinden zich in de grote gelijkvloerse ruimte waar ook een operatiekwartier uit de oorlogsjaren is gereconstrueerd met authentiek chirurgische instrumenten en materiaal voor wondverzorging. Dat de gemeente De Panne hierin een centrale rol speelde, is uiteraard te verklaren door het feit dat het “vrije België” zich in die jaren beperkte tot het niet overstroomd gebied binnen het IJzerbekken. Continue reading

Van Fyracommissie tot koningin Beatrix

Maandag 28 januari. Niet alleen de Fyra komt in het nieuws, ook de mededeling van koningin Beatrix zorg voor opschudding .

Allereerst dus die vervloekte trein. Wie weet er in de Nederlanden dat er ook nog zoiets als een Beneluxparlement bestaat? Dit parlement heeft zelfs een website en leidt een eigen leven. Op 17 juni 2008 werd de oorspronkelijk (1958) economische Beneluxsamenwerking na vijftig jaaruitgebreid naar nieuwe beleidsterreinen als veiligheid, verkeer, ruimtelijke ordening en milieu. Het Beneluxparlement, met zetel in de Belgische senaat, heeft enkel een raadgevende bevoegdheid want de akkoorden van het comité van de drie ministers van Buitenlandse Zaken moeten worden goedgekeurd door de nationale parlementen. Continue reading

Het Visserijmuseum Oostduinkerke-Koksijde

De Martha kreeg een plaats midden in het museum

Het Nationaal Visserijmuseum Navigo ligt achter het vroeger gemeentehuis van de deelgemeente Oostuinkerke en omvat naast het modern en functioneel museumgedeelte, ook een vissershuisje en het estaminet De Peerdevisscher.

Het initiatief dateert al van 1932 toen een eerste museum werd ingericht in een bovenzaal van het gemeentehuis. De eerste steen van het huidig gebouw werd ingemetseld door minister Renaat Van Elslande in 1963. Het zou echter wachten zijn tot 1976 voor de officiële inhuldiging door dezelfde minister. De museumsite bevindt zich in feite op de locatie van het oud gemeentelijk kerkhof. Continue reading

Cultuurcentrum ‘De Grote Post’ is open

Het vroeger centraal postgebouw van Oostende, bekend als ‘De Grote Post’[1], is het meesterwerk van architect Gaston Eysselinck. (1907-1953) en werd in 1953 in gebruik genomen. Deze architect tekende ook de vroegere SEO-gebouwen in de Romestraat en Gentstraat (nu het Provinciaal Museum voor Moderne Kunst, PMMK) en de vroegere SEO-apotheek aan de Steense Dijk te Oostende. Continue reading

De oorlogsmisdaden van de Duitsers in Frankrijk en België

HORNE (J.) & KRAMER (A.), 1914. Les atrocités allemandes, Paris, Tallandier, collection Texto, 2011, 674 blz.

De Duitsers vielen België binnen in augustus 1914. Vanaf de eerste dag gedroegen ze zich bijzonder wreed en hardvochtig t.o.v. de burgerbevolking. Sinds de Frans-Duitse oorlog van 1870, waren de Duitsers geobsedeerd door zgn. francs-tireurs: gewapende burgermilities die schoten op de invallers. Ze zagen er overal en hun weerwraak was navenant: onschuldige burgers, niet alleen notabelen, ook vrouwen en kinderen, werden gegijzeld en terechtgesteld of vermoord; huizen, zelfs bijna volledige dorpen, gingen op in de vlammen. Soms was er een vorm van militair gerecht dat de vonnissen uitspraak, soms ook niet en werden de gijzelaars of de bevolking gewoon in koelen bloede afgemaakt. Continue reading

De taalgrens door Brigitte Raskin

Davidsfonds, Leuven, 2012, 329 blz.

Sinds het laat-Romeinse Rijk is de taalgrens eigenlijk niet zoveel meer verschoven en volgt ze grosso modo het tracé van de heirweg die liep van Boulogne naar Keulen. De rück-romanisering won het pleit in Zuid-Vlaanderen (Artesië en Frans-Vlaanderen) dat om politieke en sociale redenen werd verfranst na de Anschluss bij Frankrijk. In Brussel speelden dezelfde motieven mee: het centraal bestuur was verfranst sinds de tijd van de Bourgondiërs en bleef het verder onder de Spanjaarden, de Oostenrijkers, de Franse republiek en het Frans keizerrijk. Ook hier speelde het sociaal aspect mee: Frans spreken, in navolging van de hogere klasse, stond niet alleen chic maar was tevens een middel om een trapje hoger op te klimmen op de sociale lader. Brigitte Raskin stelt duidelijk dat de taalgrens niet alleen geografisch is maar ook sociaal[1]. Continue reading

Een vluchteling in Groot-Brittannië 1940 – 1945

François Aspeslagh (foto uit 1948)

Mijn vader François Aspeslagh (+1988) werd geboren op 2 maart 1910 als jongste telg van Henri en Clémentine Lambersy. Pas vier jaar oud, vluchtte hij in 1914 al een eerste keer naar Engeland waar het gezin toen een onderkomen vond in Milford Haven (Wales). Na de Eerste Wereldoorlog, kwamen ze terug naar Oostende en volgde vader tot 1928 de lessen aan het Onze-Lieve-Vrouwecollege. In dat jaar stierf plots zijn vader en onderbrak hij zijn studies om als bediende zijn brood te verdienen bij de rederij Pêcheries à Vapeur (PV). Hij woonde thuis in de Christinastraat bij ma Clémentine die op haar beurt overleed in 1936. Op dit moment ging hij inwonen bij zijn oudere zus Madeleine, haar man August en zoon Georges.

Tijdens de meidagen van 1940 kreeg vader François de kans om met een schip van de PV-rederij te vluchten naar Engeland. Hij vertelde later dat het één van de laatste bootjes was dat de overtocht maakte. Van op zijn schip zag hij hoe andere vissersboten door de Duitse stuka’s werden bestookt en tot zinken gebracht. Behouden in Engeland geraken was dus een kwestie van puur geluk. Continue reading