Red Star Line museum Antwerpen

Na het MAS heeft Antwerpen weerom een mooi museum erbij. Als locatie hiervoor werd  een vroegere vertrekloods van de Rijnkaai gekozen en omgetoverd tot een prachtige museumruimte. Het gelijkvloerse niveau werd zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat bewaard. Daar kregen de  nutsvoorzieningen een plaats: onthaal, museumwinkel en cafetaria.

De Red Star Line was gedurende zo’n 60 jaar actief, meer bepaald van ca 1870 tot net voor de Tweede Wereldoorlog. De opeenvolgende generaties schepen – waarvan de kleinschalige modellen zijn uitgestald– vervoerden ongeveer twee miljoen emigranten naar de Verenigde Staten en Canada. Dat waren uiteraard niet allemaal Belgen. Het merendeel bestond uit Oost-Europese uitwijkelingen en Joden. Continue reading

Käthe Kollwitz Koekelare

2014 … Honderd jaar geleden begon de eerste grote wereldbrand. België dat net als Nederland een neutrale toeschouwer had moeten zei, belandde ongewild midden in de brand. We voelen ons slachtoffer van een agressie en onze sympathie gaat op de eerste plaats uit naar zij die ons op dat moeilijk moment hebben gesteund, nl. Frankrijk en Groot-Brittannië. Maar misschien is het in een jaar van herinnering en herdenking  aangewezen om even over de muur te kijken bij de vroegere vijand. Ook daar zijn bij de kleine mens diepe wonden geslagen en het zou totaal verkeerd zijn om elke Duitser te beschouwen als een rabiaat militarist en een fanatieke aanhanger van der Kaiser.

De familie Kollwitz staat symbool voor het modale Duitse gezin dat net zoals zoveel andere Europese gezinnen in de oorlogsspiraal terecht kwam en meegezogen werd. Moeder Käthe (1867-1945) was kunstenares en vader arts. Ze woonden in Berlijn, in de wijk Prenzlauer Berg en hadden twee zonen, Peter en Hans. Peter was pas achttien toen hij zich als oorlogsvrijwilliger meldde. Hij sneuvelde al in de eerste oorlogsdagen, op 23 oktober 1914, in de omgeving van het Roggeveld, in de toenmalige gemeente Esen bij Diksmuide. Er moeten daar veel Duitsers gesneuveld zijn vermits later op die plaats een Duits Friedfhof werd aangelegd. Continue reading

Kazerne Dossin is een aanrader

Het Holocaust & Mensenrechten-museum bevindt zich In Mechelen. Heel belangrijk dat die twee aspecten aan elkaar worden gelinkt hoewel de Holocaust hier de meeste aandacht krijgt. Dit neemt niet weg dat die link heel belangrijk is. Dat politiecommissaris-generaal De Bolle haar agenten een verplicht bezoekje aan Dossin oplegt,  is een duidelijk signaal.

Het museum is ondergebracht in een modern en uitnodigend gebouw gelegen vlak over de ingang van de achttiende-eeuwse kazerne Dossin waar zich het Memoriaal bevindt. De Vlaamse Gemeenschap subsidieert het museum en heeft op geen middelen gezien. Je wordt vriendelijk ontvangen aan de balie en krijgt er alle nodige informatie voor het bezoek. Op niveau -1 is er een vestiaire met lockers en een cafetaria. Heel het gebouw is net, verzorgd en brandveilig. Mensen met een beperking kunnen alle niveaus bereiken met de lift.

   

Op de gelijkvloerse verdieping krijgt de bezoeker een videomontage van een tiental minuten te zien. Zo maakt hij of zij kennis met de problematieken die in het museum aan bod komen. Deze beneden ruimte is comfortabel en sfeervol ingericht met aan de zijkant enkele sculpturen die nauw bij het thema van de Holocaust aansluiten. Op de andere zijmuur staan ontelbare portretten van gedeporteerden die nooit meer zijn teruggekeerd. Continue reading

Belle Epoque Centrum van Blankenberge

De term Belle Epoque klinkt nostalgisch in de oren. Zou het kunnen dat de beste en schoonste tijd sinds de schepping reeds  achter ons ligt? Sommige (kunst)historici laten de Belle Epoque beginnen na de Frans-Duitse oorlog van 1870, anderen vinden 1895 relevanter als startdatum. Maar over de einddatum is er in elk geval geen betwisting: de Eerste Wereldoorlog die in augustus 1914 uitbrak, betekende ook het einde van de Belle Epoque.

Aan de Belgische kust viel dit tijdperk samen met de ontwikkeling van het toerisme. Geen massatoerisme zoals vandaag, wel voorname heren en dames uit de begoede burgerij van het binnenland die dankbaar gebruik maakten van het nieuw vervoermiddel dat het spoor toen was om enkele dagen of weken aan zee door te brengen in mondaine badsteden als Blankenberge of Oostende. In beide steden heerste een bouwrage waarvan gelukkig heel wat bouwwerken (huizen, tweede verblijven, hotels, casino, ..) tot vandaag zijn bewaard en zonder enige twijfel behoren tot het cultureel erfgoed. De Belle Epoque-woningen hebben een eigen stijl. Meestal hebben ze beneden een loggia en werden keramische tegels en elementen overvloedig aangewend als decoratie. Naast bouwstijl, was de Belle Epoque ook een levensstijl: elegante en dure kleren voor de dames, genieten van een wandeling waar men “gezien” wilde worden, nadien nogmaals genieten van een copieuze maaltijd overgoten met de beste Franse wijnen in één van de vele luxueuze hotels die de mondaine badplaatsen rijk waren. En als er nadien nog tijd en “goesting” was, waarom niet een avondje in het casino doorbrengen? Die beau monde kende en ontmoette elkaar aan de kust. De pers speelde daarop gretig in. In Oostende bv. verscheen tijdens de zomermaanden de krant La Saison d’Ostende die een naamlijst afdrukte van de toeristen die er logeerden met vermelding van hun domicilie en het hotel waar ze verbleven. Continue reading

Eten & drinken tijdens de Eerste Wereldoorlog

Nieuwe meesters, magere tijden
Eten & drinken tijdens de Eerste Wereldoorlog

Diane De Keyzer
Van Halewyck, 2013, 376 p.

“Eten en drinken” komt pas aan bod vanaf p. 139. In het eerste deel van dit hybride werk gaat het voornamelijk over de eerste weken na de Duitse inval. Als gevolg van de onrustwekkende berichten over de Duitse wreedheden in Dinant, Aarschot, Leuven en op andere plaatsen, komt een vluchtelingenstroom op gang. De aandacht van de auteur gaat vooral naar landgenoten die een toevlucht zoeken in Nederland en naar de manier waarop ze bij de Noorderburen worden opgevangen. Heel wat van die Belgen, vooral Antwerpenaren, komen al na enkele weken terug. Aan zij die vluchten naar Groot-Brittannië of naar Frankrijk echter, besteedt de auteur veel minder aandacht, om precies te zijn, 5 bladzijden op een totaal van 73 … wat disproportioneel is. Wie bij onze bondgenoten terecht kwam, bleef er wel tot na de Wapenstilstand.

De eerste oorlogsweken – met troepenbewegingen en vluchtelingenstromen – werden al heel uitvoerig beschreven in recente publicaties[1]. Bovendien wijkt journaliste Diane De Keyzer in die eerste bladzijden af van het eigenlijk onderwerp zoals geëxpliciteerd in de ondertitel van haar publicatie, nl. de binnenlandse voedselproblematiek tijdens de Eerste Wereldoorlog. Continue reading

Liefde en Devotie in het Gruuthusemuseum (2)

Catalogus in redactie van
Jos Koldeweij, Inge Geysen, Eva Tahon
Uitgeverij Ludion 2013
319 blz.

In een vorige bijdrage hadden we het over de eigenlijke tentoonstelling. Die is al een tijdje afgelopen. Ondertussen hebben we de lijvige catalogus doorgenomen.

Even vermelden dat het een heel verzorgde uitgave is die zeker zijn 30 Euro waard is. Ook het fotoateriaal is eerste klas. Een team van specialisten zorgde voor de historische achtergrond en het kader van de tentoonstelling. Het redactieteam van de catalogus slaagde erin om van de zeven bijdragen een coherent geheel te maken.

De catalogus start met het ontstaan en de geschiedenis van het manuscript en hoe het uiteindelijk belandde in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Vervolgens komt de stadsgeschiedenis van Brugge rond 1400 uitgebreid aan bod en vooral de cultureel-maatschappelijke context waarin het manuscript  is ontstaan. Nadien is het de beurt aan de muziek uit dezelfde periode, de liefde in en de artistieke context van het Gruuthusehandschrift. De catalogus eindigt met een uitvoerige bijdrage over vroomheid en devotie in het 15de eeuwse Brugge. Continue reading

De Groote Oorlog

De Groote Oorlog
Het koninkrijk België tijdens de Eerste Wereldoorlog

Sophie De Schaepdrijver
Houtekiet – Atlascontact
1997 – 2013 (2de druk)

Als onderliggende titel koos Sophie De Schaepdrijver Het koninkrijk België tijdens de Eerste Wereldoorlog, wat, met een tussentijd van meer dan twintig jaar, een echo lijkt van Vlaanderen tegenover België in de Eerste Wereldoorlog, ondertitel gekozen door Lode Wils voor zijn werk Flamenpolitik en aktivisme uit 1974. Duidelijk een ander uitgangspunt!

In één van haar eerste hoofdstukken, behandelt De Schaepdrijver de misdaden begaan door de Duitsers tijdens de eerste oorlogsweken. Deze gebeurtenissen lazen we al eerder in het werk van John Horne en Alan Kramer[1] dat in zijn Engelse versie dateert van 2001. Vandaar ons vermoeden dat deze Ierse auteurs heel wat informatie gehaald hebben uit het vier jaar eerder verschenen werk van De Schaepdrijver. Continue reading

De Belgische staat heeft het moeilijk met zijn oorlogsverleden

Nu de herdenking van de Eerste Wereldoorlog in de startblokken staat, vragen familieleden van een handjevol piotten dat de Belgische staat zijn verontschuldigingen zou aanbieden voor hun terechtstelling wegens vermeende vaandelvlucht en/of insubordinatie. Er waren blijkbaar wel meer militairen die zich daaraan bezondigd hadden maar die – gelukkig voor hen – nooit voor een executiepeloton werden gezet. Dat de krijgsraden overhaast tewerk gingen, staat als een paal boven water want voorbeelden stellen was toen noodzakelijk om de discipline erin te houden. Dat die “krijgshoven te velde” een loopje namen met procedure en rechten van de verdediging, staat evenzeer vast. Zo was er achter de IJzer ook nooit sprake van een beroepsprocedure. Zouden die jongens ooit volledig beseft hebben wat hen boven het hoofd hing? Waarschijnlijk werd de procedure grotendeels of volledig in het Frans doorlopen en was het “pour les Flamands, la même chose”. De vooruitgang van de wetenschap, in het bijzonder de psychologie, maakte ondertussen duidelijk dat desertie niet automatisch synoniem is van lafheid maar een proces is dat zich in de menselijke geest afspeelt als gevolg van doorstane angsten, maandenlange ontberingen, missen van familie en geliefden. Wat er in de geest van die sukkelaars omging, konden fanatieke en bevooroordeelde officieren in een tijdspanne van enkele minuten onmogelijk objectief beoordelen. Continue reading

Hoger op naar deugd en wijsheid

NIEUWE PUBLICATIE OKTOBER 2013

Dertig jaar uit het rijke leven van een plattelandspensionaat
Kostschool en Landbouwhuishoudschool van Kortemark 1926 – 1956

Het Margareta-Maria-Instituut van Kortemark bestaat 175 jaar en dat wordt gevierd met tal van activiteiten het hele schooljaar 2013-14. Het is niet de eerste keer dat deze West-Vlaamse secundaire school haar jubileum viert. Ze feestte al in 1888, 1938 en 1988.

In 1988 publiceerde leraar Bernard Deneckere een gelegenheidsboek onder de titel 150 jaar Margereta-Maria-Instituut Kortemark 1824 – 1838 – 1988. In het jaar 1824 werd de kloostergemeenschap van de Zusters van de H. Vincentius van Kortemark gesticht. Kort daarop in 1838 openden de zusters een kostschool. Later stichtten ze bijhuizen in Haringe, Koksijde, Westende, Zandvoorde, Bredene, Uitkerke, Duinbergen en Westkapelle. Na de Eerste Wereldoorlog telde de congregatie 163 zusters en stond daarmee op de negende plaats van de vrouwelijke congregaties van het bisdom Brugge.

In 2013 jubileert onze school opnieuw. Opnieuw wordt weer een boek voorgesteld. Zeven jaar geleden begon voormalig directeur John Aspeslagh met de ordening en digitalisering van het schoolarchief tot rond 1958. Uit dit werk resulteert een publicatie die in oktober 2013 verschijnt als een lijvig boek.

Het boek telt meer dan 400 bladzijden en zo’n 370 afbeeldingen
en is op glanzend papier onder een verharde kaft gedrukt door
Lowyck & pluspoint uit Oostende.

Continue reading

Bonjour Ostende en Oostende Kaai

Een tentoonstelling in de Venetiaanse Gaanderijen die niet te missen is en nog loopt tot half september. Het thema luidt: Oostende in de internationale kunst.

De tentoonstelling start met enkele historische doeken die het beleg van Oostende weergeven, een zicht op de vroegere haven, de aankomst van het zeiljacht van de Britse koningin Victoria, de eerste kursaal, enz. Vervolgens komen de grote meesters aan de beurt die zich hebben laten inspireren door Oostende: Ensor, Permeke en Spilliaert, de drie huis-kunstschilders van de toenmalige Koningin der Badsteden. Ontbreken evenmin: Jan De Clerck, Erich Heckel die als Duits soldaat tijdens de Eerste Wereldoorlog Oostende leerde kennen, Gust De Smet, Floris Jespers, om maar de voornaamste te noemen. De tentoonstelling is trouwens genoemd naar Bonjour Ostende, het bekende werk van Jespers dat ook voorkomt op de catalogus. Continue reading