Gekend en minder gekend Poperinge

Wie Poperinge bezoekt, zet traditioneel het Talbot House op zijn programma. Hier zijn we dan ook gestart. Spijtig genoeg heb ik aan dit bezoek erg gemengde gevoelens overgehouden. Hoewel men erin geslaagd is om het informatief gedeelte aan de ingang sfeervol in te richten, vond ik de infopanelen ondermaats. De mechanische piano en het ander materiaal dat op een hoop werd gegooid  om de gevolgen van het oorlogsgeweld te simuleren, geeft een slordige indruk en belet dat de bezoeker een overzicht krijgt van de hele ruimte. De informatiepanelen bevatten vooral algemene informatie over de periode van en rond WO I. Hoe het leven was achter het front, hoe de werking van Talbot House in mekaar zat, hoe de rustperiodes achter het front verliepen, komen in minder mate aan bod of gaan verloren achter de meer algemene items. Ik had de indruk dat Talbot House op dit vlak wil rivaliseren met het In Flanders Fields museum van het naburige Ieper. Dat lukt natuurlijk niet, want het origineel is altijd beter dan de kopie.

Continue reading

Walraversijde tussen Oostende en Middelkerke

Provinciaal sitemuseum Walraversijde

Walraversijde, tussen het huidige Raversijde en Middelkerke, ontstond als vissersnederzetting waarschijnlijk in de tweede helft van de 13de eeuw. Het betekent: inham van de zee gelegen bij de woonplaats van Walraf. De kust was toen niet rechtlijnig zoals vandaag en had verschillende inhammen. Vandaar: Koksijde, Lombardsijde, Raversijde, Bludsijde (bij Bredene), …

Het oorspronkelijk dorp lag eigenlijk waar nu het strand en de zee is. Nu nog kan men bij laag water onder het zand restanten van muren vinden en hier en daar ook nog een potscherf rapen.

Continue reading

Wandelen langs de meanders van de Schelde in Zevergem

Zevergem is een deelgemeente van De Pinte en ligt aan de Schelde, op slechts enkele kilometers van Gent. Het is één van de oudste Scheldedorpen. De Provincie Oost-Vlaanderen stippelde een prachtige wandelroute van 5,6 km uit onder de benaming Doornhammeke (D/2008/0332/3). De wandelweg loopt zo goed als volledig langs de Scheldeoevers en zijn vroegere meanders.

De Schelde werd al vanaf de 15de eeuw rechtgetrokken. De meanders werden afgesneden van de stroom en op die manier hadden ze in de 19de en 20ste eeuw minder te lijden onder industriële en andere vervuiling. Tegenwoordig zijn het private viswaters. Het hoefijzervormig gebied binnen de meander noemt men ham. Vandaar de benaming Doornhammeke maar ook de naam van de Oost-Vlaamse gemeente Hamme, …

Continue reading

Verrassend mooi Middelburg

Vanuit West-Vlaanderen Middelburg bezoeken, was vroeger niet zo eenvoudig. Je moest op tijd aan de ferry in Breskens zijn, zo niet was het een uur wachten op de volgende boot. Tegenwoordig houdt de verplaatsing niets meer in. Voor 5 euro rijd je comfortabel door de Westerscheldetunnel en in een mum van tijd kom je aan in het centrum van Middelburg.

De stad kwam gehavend uit de Tweede Wereldoorlog. In mei 1940 kwam ze zwaar onder het vuur te liggen van de oprukkende Duitsers. De bevrijding van Walcheren kwam pas in november 1944 terwijl men boven de grote rivieren nog de fameuze “hongerwinter” zou moeten trotseren. Nadien werd de stad zoveel mogelijk in haar oorspronkelijke staat hersteld en is men daar ook bijzonder goed in geslaagd. Veel originele bouwwerken uit vroegere tijden zijn er dus niet overgebleven maar dat valt ook helemaal niet op. Alles lijkt zo goed als oorspronkelijk …

Continue reading

Wandelen langs het kanaal Brugge – Oostende

Van de brug aan de Cathilleweg naar de Nieuwegebrug op het grondgebied Jabbeke

Richting Brugge via de rijweg

Er is een kleine parking met enkele zitbanken naast het kanaal aan de Cathilleweg. Een paar schepen zijn aangemeerd. We steken het kanaal over via de voetgangersbrug en nemen de rijweg richting Brugge. We passeren voorbij het Estaminet Ter Spinde.  Goed aan de zijkant blijven wandelen want er komen voortdurend wielertoeristen uit beide richtingen! We komen enkele zeldzame auto’s tegen. Rechts, tussen de bomen door, prachtig zicht op de vele kreken en het overstromingsgebied naast het kanaal, met in de verte de spoorweg Brugge – Oostende en aan de horizont de Brugse torens. Enkele zeldzame woningen versoren het landschap. We wandelen onder de Jabbekebrug door en bewonderen de weelderige plantengroei aan de andere oever van het kanaal. Overal vlierstruiken die in bloei staan. Ondertussen komen een tweetal pleziervaartuigen voorbij. Voor we de Nieuwegebrug bereiken, zien we de werf waar twee nutteloze bruggen over een weg die nooit werd aangelegd, nu eindelijk worden afgebroken. We steken het kanaal over via de Nieuwegebrug

Continue reading

Op reis naar Toulouse, de Aude en de Midi-Pyrénées

Donderdag 24 mei 2012

Gisors

Vertrek rond 10u00 ‘s morgens. Reisweg: Kortrijk – Doornik – Bapaume, een drukke autosnelweg door het Noorden van Frankrijk. Daarna richting Amiens – veel rustiger !- en nadien de gewone weg naar Gisors waar we rond 14u00 aankomen. Eén van de eerste warme meidagen, een verfrissing zal deugd doen! We installeren ons op het terras van de Jean Bart, alle deuren en ramen staan open, een fris windje waait binnen, de zomer lijkt nu definitief in aantocht, denken we. Op de kaart van de snacks vinden we wat we zoeken. Lekker en smakelijk, vlug en vriendelijk opgediend, vergezeld van een demi-pichet de rouge. Nadien nog een café-crème om te laten zakken en vooral om alert te blijven in het verkeer. Rustige sfeer in Gisors, een goed bevolkt centrum, grote parking, ideale plaats om even te pauzeren op doorreis.

Op de parking komen we een publibus van de Franse landmacht tegen. Enkele jonge kerels staan al op de bus te wachten, waarschijnlijk om aan te monsteren bij L’armée de terre.

 

Continue reading

Kortemarkse zusters in Le Pays Noir

Artikel verschenen in Biekorf van maart 2014.

Tijdens de opzoekingen in het kader van de geschiedenis van het Margareta-Maria-Instituut, botsten we toevallig op documenten en brieven van een bijhuis van de zusters van de H. Vincentius in het bisdom Doornik.

De tweede helft van de 19de eeuw was een periode van grote armoede en werkloosheid in het toen nog overwegend agrarisch Vlaanderen. Door de invoer van goedkope tarwe uit Amerika, kende de landbouw een nooit geziene crisis. Daartegenover stond het rijke Wallonië, met de talrijke koolmijnen en de snel ontwikkelende zware industrie. Daar was mankracht tekort. Vooral vanaf 1880 ontvluchtten heel wat werkloze landarbeiders het Vlaamse platteland en trokken alleen of met hun gezin naar de Waalse industriebekkens. In de provincie Henegouwen waren de Borinage (Mons) en le Pays Noir (Charleroi) sterke aantrekkingspolen. Als gevolg van die groeiende Vlaamse aanwezigheid, deed de bisschop van Doornik regelmatig een beroep op religieuzen van bij ons. Kerkrechtelijk bleven ze onder de jurisdictie van hun Vlaams hoofdklooster en van hun oorspronkelijk bisdom.

Continue reading

De “treurenden” van Dijon nog tot 19 augustus 2012 in het Brugs Sint-Janshospitaal – Tranen van liefde

De pleurants voor Jan Zonder Vrees zoals ze nu te zien zijn in Brugge

In de 15de eeuw ontstond aan het Bourgondisch hof de traditie om naast de praalgraven van de hertogen zogenaamde  “pleurants” in beeldhouwwerk te plaatsen. De bekende Haarlemnaar Klaas Sluter begon hiermee rond 1400 bij de graftombe van Filips de Stoute waar we een rouwstoet zien van wenende monniken die hun gelaat diep verbergen in de kappen van hun pij.

Klaas Sluter kreeg navolging. In 1443 begon Jean de la Huerta met de graftombe van Jan Zonder Vrees.  Antoine le Moiturier voltooide het werk rond 1470. De nu nog 37 overblijvende en fijn uitgewerkte figuurtjes in albast[1], zijn 30 cm hoog en stellen rouwende geestelijken, kartuizermonniken en ook hovelingen voor. Bijzonder lieflijk is het beeldje van een misdienaar die, gezien zijn nog prille leeftijd, in een kleiner formaat dan de rest is uitgebeeld. Beide tomben zijn te bewonderen in de Musée des Beaux arts van Dijon.

Omstreeks 1480 zou nog een gelijkaardig grafmonument voor Philippe Pot volgen dat momenteel bewaard wordt in het Musée du Louvre in Parijs.

Continue reading

De Cogels-Osylei, een speciale straat van en voor begoede burgers

In enkele minuten brengt tram 11 je vanuit het hartje van Antwerpen naar de Cogels-Osylei. Wel een heel speciale straat op vlak van architectuur. Je start je wandeling op een ietwat verloederd pleintje dat uitkijkt op een onfrisse spoorwegviaduct en een stelplaats van De Lijn. Aan de tramhalte, zou je je in een achterbuurt wanen. Niets is minderwaar. Als je voor je kijkt, valt je blik onmiddellijk op een brede straat waar langs beide kanten statige herenhuizen – van sommige mag je gerust zeggen kleine palazzi – in de meest uiteenlopende stijlen zijn neergezet: neogotiek, Oosters, Italiaanse renaissance, Victoriaans en, waarom niet, art déco. Zoveel variatie en verfijning in één enkele straat, het overvalt je, je houdt het bijna niet voor mogelijk. En toch.

De huizen dateren uit het begin van de 20ste eeuw en het heeft maar weinig gescheeld of de buurt werd rond 1980 met de grond gelijkgemaakt en hertekend. Gelukkig is dit architecturaal patrimonium ondertussen geklasseerd en zullen de komende generaties er ook nog met volle teugen kunnen van genieten. Wel is het zo dat enkele tuintjes er nogal slordig bij liggen en dat een paar gevels en zelfs timmerwerk wel deugd zouden hebben van een grondige opknapbeurt.

Continue reading