Wandelen in Moen, aan het kanaal Bossuit-Kortrijk

De naam van de gemeente wordt voor het eerst vermeld als Mulnis in een 13de-eeuwse kopie van een handschrift uit 988. Mulnis, zou afgeleid zijn van mullia of mulda wat fijn stof (cfr. mul?) betekent. In 1280 vermeld als Moude wat staat voor mulle grond. Tegenwoordig is Moen een deelgemeente van Zwevegem.

De startplaats van de wandeling[1], aan de vroegere herberg De Voerman, is moeilijk te vinden. Het huis ligt excentrisch en is trouwens geen herberg meer. De naam is van de gevel verdwenen. Duidelijker is: start aan de afslag Moen van de N8 Kortrijk – Oudenaarde. De gemeente Zwevegem heeft aan die afrit een prachtige nieuwe en veilige parking aangelegd. Spijtig genoeg zit het plaatje “Orveyt wandelroute” in de zomer verborgen achter de overhangende bladeren. Ook dit maakt de start niet gemakkelijker.

Continue reading

Henri Aspeslagh, mijn grootvader

Grootvader Henri Aspeslagh werd geboren in Oostende op 16 december 1870. In het jaar dat hij acht jaar werd, verloor hij zijn vader Augustin en bleef achter met moeder Augustina Maria Vanhuysse. Op 16 november 1889[1] trad Henri in het huwelijk met Clémentine Lambersy, eveneens geboren te Oostende op 25 juli 1869. Ze kregen twaalf kinderen van wie er acht op jonge leeftijd stierven. Voor de Eerste Wereldoorlog was kindersterfte heel gewoon. Elke week vermeldden de plaatselijke kranten het overlijden van boorlingen of van heel jonge kinderen.

Het pijnlijkste verlies in het gezin was dat van Angèle. Haar tweede naam was Hélène. Mijn vader en tante Madeleine spraken altijd van “Hélène”. Ze werd geboren in mei 1900 en overleed in maart 1912, net voor haar plechtige communie. Blijkbaar had ze zich aan de knie verwond aan een glasscherf en is ze gestorven ten gevolge van een infectie of van tetanus.

Bleven in leven in volgorde van geboortedatum: Henri junior (°1893), Albert (°1895), Madeleine (°1903) en François (°1910), mijn vader. Grootvader Henri was dus 40 jaar bij de geboorte van François. Zijn broer Albert was toen 15 en Henri al 17. Henri en Clémentine heb ik niet meer gekend en mijn neven en nichten waren al getrouwd of stonden op trouwen toen ik in 1947 werd geboren.

Continue reading

Het Parochieveld in Doomkerke (Ruiselede)

Doomkerke? Een wijk van Ruiselede, genoemd naar pastoor Doom die er zijn eigen imposante neogotische kerk bouwde, de Sint-Caroluskerk. Hij was er zelf gedurende drie jaar pastoor. Hoeveel pastoors kunnen zeggen dat ze hun eigen – ondertussen geklasseerde! – kerk hebben gebouwd?

Wat verder begint de wandeling[1] aan de Brandstraat. Het is vanaf het begin duidelijk dat het een natuurwandeling wordt met aan het einde nog wat erfgoed om te bezichtigen.

Continue reading

Op verkenning in de Brabanthoek van Oostvleteren

Het was al een expeditie op zichzelf om Oostvleteren te bereiken. De weg naar de buurgemeente Lo-Reninge was in Merkem onderbroken. We probeerden dan via Lo maar daar waren ook wegenwerken aan de gang. Uiteindelijk konden we via Alveringem de N8 Ieper-Veurne bereiken en reden via de Elzendammebrug tot aan de kerk van Oostvleteren, het beginpunt van de wandelroute[1].

Continue reading

De Atlantikwall in Raversijde

De Atlantikwall is één onderdeel van het Provinciaal domein Raversijde. Daarnaast kan je nog Walraversijde en het Memoriaal van prins Karel bezoeken of wandelen in het omliggend uitgestrekt natuur- en recreatiepark.

De Atlantikwall liep van de Noorse kust tot aan de Pyreneeën en bestond uit bunkers, kustbatterijen, luchtafweer, antitankgeschut en tankversperringen. Bij de invasie in juni 1944 hadden de vestinggenietroepen (Festungspioniere) en de Organisation Todt meer dan tienduizend bunkers afgewerkt. Hierbij waren honderdduizend Duitsers en acht miljoen buitenlanders als werkkrachten betrokken met een maandelijks verbruik van zeshonderdduizend kubieke meter beton.

Continue reading

Op bezoek bij prins Karel in Raversijde

Het Memoriaal Prins Karel is maar één onderdeel van het Provinciaal domein Raversijde. Daarnaast kan je nog Walraversijde en de Atlantikwall bezoeken en wandelen in het omliggend uitgestrekt natuur- en recreatiepark.

Toen we nog op het college zaten, maakten we regelmatig een fietstocht naar Middelkerke. Gewoonlijk kwamen we naar Oostende terug via het “duneweggetje“.

Continue reading

De Oostendse Kreken in ‘t Schorre

Wat vandaag het recreatiegebied van de Oostendse Kreken heet, was voor de fusies van 1970 grondgebied van de vroegere gemeenten Stene, Zandvoorde en Snaaskerke. Men sprak toen gewoon van ‘t Schorre, een uitgestrekt landbouwgebied dat na het Beleg van Oostende (1601-1604) opnieuw aan de zee was onttrokken. Vorige eeuw kwam je hier niet veel Oostendenaars tegen. ‘T Schorre was een boerengat en Stene-Dorp een ingeslapen en godvergeten polderdorpje.

Continue reading

Gekend en minder gekend Poperinge

Wie Poperinge bezoekt, zet traditioneel het Talbot House op zijn programma. Hier zijn we dan ook gestart. Spijtig genoeg heb ik aan dit bezoek erg gemengde gevoelens overgehouden. Hoewel men erin geslaagd is om het informatief gedeelte aan de ingang sfeervol in te richten, vond ik de infopanelen ondermaats. De mechanische piano en het ander materiaal dat op een hoop werd gegooid  om de gevolgen van het oorlogsgeweld te simuleren, geeft een slordige indruk en belet dat de bezoeker een overzicht krijgt van de hele ruimte. De informatiepanelen bevatten vooral algemene informatie over de periode van en rond WO I. Hoe het leven was achter het front, hoe de werking van Talbot House in mekaar zat, hoe de rustperiodes achter het front verliepen, komen in minder mate aan bod of gaan verloren achter de meer algemene items. Ik had de indruk dat Talbot House op dit vlak wil rivaliseren met het In Flanders Fields museum van het naburige Ieper. Dat lukt natuurlijk niet, want het origineel is altijd beter dan de kopie.

Continue reading